Recht van de dienstbode
Rechthebbende dienstboden of huispersoneel kunnen een recht op kinderbijslag voor rechtgevende kinderen verkrijgen, zelfs als ze niet aan de sociale zekerheid onderworpen zijn in de kinderbijslagsector.
Onder dienstboden worden de personen verstaan die hoofdzakelijk manuele huishoudelijke taken verrichten (wassen, strijken, schoonmaken etc.) voor het gezin van de werkgever (natuurlijke persoon) of zijn familie.
De volgende personen zijn geen dienstboden:
- werknemers die voor rekening van een bedrijf de hierboven beschreven activiteiten verrichten bij privégezinnen,
- werknemers die die activiteiten verrichten voor een gemeenschap waarvan de leden geen gezin vormen (bijvoorbeeld een klooster),
- werknemers die de gemeenschappelijke delen van een appartementsgebouw onderhouden.
Dienstboden worden niet aangegeven bij de RSZ:
- als ze nooit minstens vier uur per dag bij hun werkgever werken;
- of als de dagprestaties vier uur of meer zijn maar als per week bij een of meerdere werkgevers minder dan vierentwintig uur wordt gewerkt.
Als een dienstbode bij de RSZ moet worden aangegeven, krijgt hij op de DmfA de werkgevercode 037 of 437 (Civiele Lijst van de Koning) en de werknemerscode 045.
Er bestaat ook ander huispersoneel (kinderoppas, privéverpleegster, gezelschapsdame, privéchauffeur, tuinman etc.) dat wel onderworpen is aan de RSZ in de kinderbijslagsector. Die personen vallen dus niet onder het residuair recht van FAMIFED.
In dergelijke gevallen krijgt de werkgever de code 039 en de werknemer de code 043, 044, 487 of 495 op de DmfA.
Voor welk(e) kind(eren)?
Er zijn geen voorwaarden voor de verwantschap tussen de rechthebbende en de rechtgevende kinderen. De kinderen mogen al dan niet deel uitmaken van het gezin van de rechthebbende.