Enkel FAMIFED is bevoegd om de kinderbijslag voor dienstboden of huispersoneel toe te kennen.
- Het gaat om een residuair recht, dus een recht dat enkel verkregen kan worden als geen recht op kinderbijslag verkregen kan worden in toepassing van andere wettelijke of reglementaire, Belgische of buitenlandse bepalingen of op basis van de regels die van toepassing zijn op personeel van een instelling van internationaal publiek recht.
Opgelet: Als een rechthebbende dienstbode een ziekte-uitkering (art. 56 AKBW), een werkloosheidsuitkering (art. 56novies AKBW) of een pensioen (art. 57 AKBW) ontvangt op basis van zijn activiteit als dienstbode, blijft het recht op kinderbijslag gelden in toepassing van art. 102 AKBW en blijft de residuaire aard dus behouden.
Voorbeeld
Een gezin bestaat uit een vader (dienstbode), een moeder (werknemer) en een rechtgevend kind. Het recht op kinderbijslag voor dat kind wordt met voorrang vastgesteld voor de moeder.
Als de vader niet langer dienstbode is en werkloos wordt, blijft het recht op naam van de moeder want het recht van de vader blijft een residuair recht.
Uitzondering:
Het wezenrecht dat verkregen wordt op basis van het overlijden van de rechthebbende dienstbode of huispersoneel wordt een voorrangsrecht
Voorbeeld
De kinderbijslag wordt toegekend op basis van de situatie van de moeder (dienstbode). De vader werkt niet.
De moeder overlijdt op 15.09.2012. In toepassing van art. 56bis AKBW wordt het recht op wezenbijslag op basis van haar beroepssituatie vastgesteld.
Daarna begint de vader te werken als werknemer: de bevoegdheid wijzigt niet aangezien het wezenrecht voorrang heeft.
-
Wanneer verschillende rechthebbenden een residuair recht hebben voor hetzelfde kind op basis van deze wet, wordt het recht op kinderbijslag bij voorrang vastgesteld voor de vader, de moeder, de stiefvader, de stiefmoeder of de oudste van de andere rechthebbenden.