De aansluiting van een werkgever moet geschrapt worden in drie gevallen.
De werkgever stelt geen onderworpen personeel meer tewerk.
Zodra de werkgever
geen onderworpen personeel meer tewerkstelt, is hij geen werkgever meer.
Het kinderbijslagfonds moet zijn aansluiting schrappen vanaf de einddatum van tewerkstelling van het personeel.
Voorbeeld
Het kinderbijslagfonds waarbij hij aangesloten is, schrapt zijn aansluiting vanaf 05/07/2012.
De werkgever stelt enkel leerjonge(s), -meisje(s) tewerk die jonger zijn dan 18 jaar.
Een werkgever die niet langer onderworpen personeel tewerkstelt en gedurende vier opeenvolgende kwartalen enkel leerjongen(s), -meisje(s) jonger dan 18 jaar tewerkstelt, moet geschrapt worden bij het kinderbijslagfonds.
Het kinderbijslagfonds moet zijn aansluiting schrappen vanaf de laatste dag van het kwartaal waarin de werkgever uitsluitend leerjongens.-meisjes jonger dan 18 jaar tewerkstelt
Voorbeeld
Hij is aangesloten bij fonds A vanaf 02/03/2010.
Op 05/07/2011 stelt de werkgever bovendien een leerling jonger dan 18 jaar tewerk.
Op 10/10/2011 ontslaat de werkgever zijn onderworpen werknemer.
Hij stelt dus enkel nog een leerling jonger dan 18 jaar tewerk.
Op 08/02/2013 wordt fonds A door de RSZ op de hoogte gebracht dat de werkgever sinds 10/10/2011 al 4 opeenvolgende kwartalen enkel een leerling jonger dan 18 tewerkstelt.
Fonds A moet de aansluiting van de werkgever schrappen vanaf de laatste dag van het kwartaal waarin hij uitsluitend de leerling tewerkstelt, d.w.z. vanaf 31/12/2011 (laatste dag van het kwartaal van 10/10/2011).
De aansluiting is nietig.
Een nietige aansluiting is een ongerechtvaardigde aansluiting die foutief gecreëerd werd.
In dat geval is de schrappingsdatum gelijk aan de aansluitingsdatum.