Verzaking aan de om sociale redenen niet aangewezen terugvordering

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Het begrip om sociale redenen niet aangewezen terugvordering

Het begrip om sociale redenen niet aangewezen terugvordering is in de wet zelf niet gedefinieerd, ook al wordt het erin vermeld.

Terugvordering die het al onzekere financieel evenwicht van het gezin van de schuldenaar die te goeder trouw is zou kunnen schaden.

KB van 19 december 1997

Om objectief te blijven wanneer de aanvragen om verzaking onderzocht worden, heeft FAMIFED de verschillende voorwaarden verduidelijkt die een om sociale redenen niet aangewezen terugvordering mogelijk maken.

Voorwaarden om te kunnen stellen dat een terugvordering om sociale redenen niet aangewezen is

Een aanvraag

Wanneer iemand meegedeeld wordt dat hij een schuld heeft, moeten de mogelijkheid om de kinderbijslaginstelling te vragen te verzaken aan de terug vordering van de schuld en de procedure die die instelling volgt om tot een beslissing te komen eveneens vermeld worden.

De aanvraag moet gericht zijn tot de kinderbijslaginstelling die het onverschuldigd bedrag meegedeeld heeft.

Indien de verzaking per ongeluk door de sociaal verzekerde bij een andere instelling wordt aangevraagd, stuurt die de aanvraag, in de geest van de proactiviteit die in het Handvest van de sociaal verzekerde vooropstaat, naar de juiste instelling door (eventueel via de Dienst Bemiddeling van FAMIFED).

  • De schuldenaar maar ook een in zijn naam handelende maatschappelijke lasthebber kan de aanvraag om verzaking indienen.
Schuldbemiddelaar, advocaat, maatschappelijk assistent, voorlopige bewindvoerder enz.
  • De vorm waarin de aanvraag wordt ingediend, is niet echt van belang.
Brief, fax, e-mail, verslag van een telefoongesprek ingevolge een gesprek of een bezoek aan het loket, verslag van huisbezoek, enz.
  • In bepaalde bijzondere gevallen kan de kinderbijslaginstelling eveneens ambtshalve onderzoeken of een verzaking nodig is van een terugvordering die om sociale redenen niet aangewezen is en dit op grond van haar maatschappelijke opdracht.
Voorbeelden: schuldenaar die niet in staat is om uit te drukken wat hij wil of die moeilijkheden ondervindt om zijn standpunt over te brengen.
  • Als een sociaal verzekerde zijn kinderbijslaginstelling laat weten dat hij grote moeilijkheden heeft om te betalen zonder expliciet een verzaking te vragen, moet dat als een aanvraag worden geïnterpreteerd.
  • De schuldenaar kan een aanvraag indienen tot de volledige aanzuivering van zijn schuld maar de aanvraag is enkel ontvankelijk als er nog een schuld overblijft.
    Indien niet is de aanvraag niet ontvankelijk

Onzekere financiële situatie van de schuldenaar

Verzaking is voor mensen van wie de financiële situatie onzeker is.

Hoe onzeker de situatie van de schuldenaar is, wordt op basis van de effectieve bestaansmiddelen van het gezin onderzocht.

Elk bedrag van welke aard dan ook waarover het gezin van de schuldenaar beschikt buiten de gezinsbijslag die de schuldenaar, zijn niet feitelijk of van tafel en bed gescheiden echtgeno(o)t(e) of de persoon met wie hij een feitelijk gezin vormt die geen bloed- of aanverwant tot en met de derde graad is, krijgen:

  • beschikbare beroepsinkomsten of sociale uitkeringen,
  • spaargeld dat regelmatig gebruikt wordt om van te leven,
  • ontvangen huur,...

Spaargeld dat regelmatig gebruikt wordt om van te leven maakt deel uit van de bestaansmiddelen als er elementen zijn waaruit blijkt dat het gebruikt wordt (spontane melding, vonnis).

Indien de inning jaarlijks gebeurt, moet het bedrag door 12 gedeeld worden om het maandelijks inkomen te berekenen.

Schuldenaar en eventueel met hem/haar samenwonende echtgeno(o)t(e)/partner.

Met de andere personen van het gezin van de schuldenaar moet dus geen rekening worden gehouden.

Wanneer een verzaking wordt aangevraagd moet de financiële situatie van de schuldenaar worden onderzocht.

De onzekere aard ervan moet duurzaam zijn.

Acute economische moeilijkheden zoals recent een baan verloren hebben zijn hier niet bedoeld, ook al moet gecontroleerd worden of deze situatie aanhoudt.

De termijn waarin in een dergelijk geval over de aanvraag moet worden besl ist, kan met 4 maanden verlengd worden.

De bestaansmiddelen worden in een solvabiliteitsonderzoek gecontroleerd via een huisbezoek behalve als de schuldenaar:

  • het leefloon ontvangt (het leefloon wordt toegekend nadat de bestaansmiddelen van de aanvrager en de leden van zijn gezin door een OCMW onderzocht werden: het is in een dergelijk geval overbodig dat de kinderbijslaginstelling de financiële situatie nog onderzoekt),
  • de inkomensgarantie voor ouderen of IGO ontvangt (de IGO wordt toegekend nadat de bestaansmiddelen van de aanvrager en de leden van zijn gezin door de Federale Pensioendienst onderzocht werden: het is in een dergelijk geval overbodig dat de kinderbijslaginstelling de financiële situatie nog onderzoekt),
  • onder een collectieve schuldenregeling valt (toegelaten zijn tot de procedure is voldoende bewijs voor de onzekere situatie van de schuldenaar);
  • niet in België woont.

Als de bestaansmiddelen van de schuldenaar (en van een eventuele echtgeno(o)t(e)/partner) opgeteld zijn, wordt een forfaitaire vermindering toegekend voor de echtgeno(o)t(e) en voor elk kind van het gezin dat kinderbijslag ontvangt.

Het bedrag wordt vervolgens vergeleken met de toegelaten grens.

Art. 1409 § 1 Gerechtelijk Wetboek

Er is een maximum- en een minimumgrens.

Tussen deze twee grenzen gebeurt de verzaking gradueel.

Is de debiteur te goeder trouw?

De verzaking wordt ambtshalve geweigerd indien de sociaal verzekerde de onverschuldigde bedragen door fraude verkregen heeft.

Er zijn drie soorten situaties waarin de schuldenaar fraude pleegt:

  • frauduleuze handelingen: positieve handelingen zoals een officieel attest vervalsen of iemands handtekening nabootsen op het einde van een verklaring,
  • gelogen verklaringen: positieve handelingen waarbij iemand bewust gelogen informatie meedeelt,
  • bewust onvolledige verklaringen: verzwijging van een deel van een volledige verklaring zodat er bewust een deel van de waarheid wordt verborgen.

Als geen fraude gepleegd werd, controleert de kinderbijslaginstelling of de sociaal verzekerde te goeder trouw was toen betaald werd, dus of hij/zij niet wist of redelijkerwijs niet kon weten dat hij/zij geen recht had op de betaalde bedragen.

Er wordt dus altijd vanuit gegaan dat de sociaal verzekerde te goeder trouw is tot bewezen wordt dat niet zo is.

Art. 2268 Burgerlijk Wetboek

Termijnen om te beslissen over de aanvraag om verzaking aan de terugvordering:

  • 4 maanden nadat de kinderbijslaginstelling de aanvraag ontvangen heeft,
  • 8 maanden nadat de kinderbijslaginstelling de aanvraag ontvangen heeft indien bijkomende inlichtingen nodig zijn.
    Uitzonderingen:
    • Een schuldenaar betwist zijn schuld voor de rechtbank en dient daarnaast een aanvraag om te verzaken aan terugvordering in: de rechtzaak moet eerst afgesloten zijn voor de aanvraag om verzaking onderzocht kan worden.
    • De schuldbemiddelaar stelt een minnelijke regeling voor om de schuld te verminderen in het kader van een collectieve schuldenregeling: de kind erbijslaginstelling heeft twee maanden om de regeling te aanvaarden of te weigeren.

Verzaking bij collectieve schuldenregeling

De collectieve schuldenregeling is een procedure die een persoon met overmatige schuldenlast in staat moet stellen zijn financiële toestand te herstellen.

In de minnelijke fase van de procedure moet een voorstel dat bij een collectieve schuldenregeling door een schuldbemiddelaar werd ingediend voor de (gehele of gedeeltelijke) kwijtschelding van de schuld van een schuldenaar op dezelfde manier als een aanvraag om verzaking aan de terugvordering van een sociaal verzekerde/schuldenaar geanalyseerd worden (behalve bij het onderzoeken van zijn bestaansmiddelen).

Met een minnelijke regeling kan de schuldbemiddelaar verschillende voorstellen aanbrengen zonder dat hij daarin beperkt wordt door de wet.

De schuldbemiddelaar kan meer bepaald het volgende voorstellen:

  • een nieuwe spreiding van de terugbetalingsduur,
  • een volledige of gedeeltelijke kwijtschelding van de schulden (geen schuld meer).

Alle schuldeisers wordt gevraagd akkoord te gaan met de minnelijke regeling.

Elk bedrag van welke aard dan ook waarover het gezin van de schuldenaar beschikt buiten de gezinsbijslag die de schuldenaar, zijn niet feitelijk of van tafel en bed gescheiden echtgeno(o)t(e) of de persoon met wie hij een feitelijk gezin vormt die geen bloed- of aanverwant tot en met de derde graad is, krijgen:

  • beschikbare beroepsinkomsten of sociale uitkeringen,
  • spaargeld dat regelmatig gebruikt wordt om van te leven,
  • ontvangen huur,...

Spaargeld dat regelmatig gebruikt wordt om van te leven maakt deel uit van de bestaansmiddelen als er elementen zijn waaruit blijkt dat het gebruikt wordt (spontane melding, vonnis).
Indien de inning jaarlijks gebeurt, moet het bedrag door 12 gedeeld worden om het maandelijks inkomen te berekenen.

De kinderbijslaginstelling verzaakt aan de terugvordering indien werd vastgesteld dat de schuldenaar te goeder trouw was toen het onverschuldigd bedrag betaald werd.

Er wordt altijd verondersteld dat de schuldenaar te goeder trouw is.

Dat wordt in vraag gesteld indien bij het onderzoek van het dossier blijkt dat de schuldenaar wist of redelijkerwijs had moeten weten dat hij onverschuldigde bijslag kreeg toen die werd betaald.

De verzaking wordt ambtshalve geweigerd indien uit het dossier blijkt dat de sociaal verzekerde de onverschuldigde bedragen door fraude verkregen heeft.

De kinderbijslaginstelling weigert de verzaking indien fraude de oorzaak van het onverschuldigd bedrag is (wettelijk gezien mag de schuldbemiddelaar in een dergelijke situatie nog steeds een kwijtschelding van de schulden voorstellen).

Er zijn drie soorten situaties waarin de schuldenaar fraude pleegt:

  • frauduleuze handelingen: positieve handelingen zoals een officieel attest vervalsen of iemands handtekening nabootsen op het einde van een verklaring,
  • gelogen verklaringen: positieve handelingen waarbij iemand bewust gelogen informatie meedeelt,
  • bewust onvolledige verklaringen: verzwijging van een deel van een volledige verklaring zodat er bewust een deel van de waarheid wordt verborgen.

Wanneer een beslagrechter een gerechtelijke aanzuiveringsregeling oplegt na het mislukken van de minnelijke fase is het niet meer mogelijk om het deel van de kinderbijslagschuld dat onderdeel uitmaakt van de kwijtschelding van de schulden terug te vorderen.

Bij een gerechtelijke aanzuiveringsregeling:

  • kan de betaling van de schulden uitgesteld of opnieuw gespreid worden;
  • of kan er beslist worden om de schuld gedeeltelijk kwijt te schelden (onder heel strikte voorwaarden).

De gerechtelijke aanzuiveringsregeling duurt minimum drie en maximum vijf jaar.

Top