1. Situering
Op 26 januari 2018 werd in het Belgisch Staatsblad het samenwerkingsakkoord van 29 december 2017 gepubliceerd betreffende de verhoging van de inkomensgrensbedragen en de vrijstelling van de inkomsten uit een winstgevende activiteit uitgeoefend in het kader van een studentenovereenkomst voor studenten die een alternerende opleiding volgen en die met een leerovereenkomst verbonden zijn.
Naar aanleiding van de federale maatregel waarbij vanaf 1 juli 2017 studentenarbeid werd opengesteld voor de jongeren die in een opleidingssysteem zitten waarbij ze alternerend op school zitten en een opleiding op de werkvloer krijgen, worden in voormeld samenwerkingsakkoord aanpassingen doorgevoerd aan de kinderbijslagreglementering.
Overeenkomstig de huidige kinderbijslagreglementering mogen de jongeren in het deeltijds/alternerend onderwijs en de jongeren met een leerovereenkomst het inkomensgrensbedrag van 541,09 EUR per maand niet overschrijden om hun recht op gezinsbijslag te behouden voor de maand(en) in kwestie. Er wordt het hele jaar door met alle inkomsten van deeltijdse studenten rekening gehouden, ongeacht hun herkomst, en dus ook met via een studentenovereenkomst verdiende inkomsten.
Op voltijdse studenten wordt echter de kwartaaluurnorm toegepast, waarbij in het eerste, tweede en vierde kwartaal maximaal 240 uren tewerkstelling per kwartaal toegestaan is, maar de student tijdens de schoolvakanties tussen twee studiejaren (derde kwartaal) onbeperkt mag werken.
Om een einde te stellen aan deze ongelijkheid tussen rechtgevende kinderen waarbij er meer kans is dat het recht op gezinsbijslag van jongeren in het deeltijds/alternerend onderwijs wordt opgeschort, aangezien hun recht afhangt van het al dan niet overschrijden van een inkomensgrensbedrag en er geen uitzondering geldt voor inkomsten uit studentenjobs in de zomerperiode, worden in artikelen 4 en 5 in het samenwerkingsakkoord volgende wijzigingen aan de reglementering doorgevoerd:
Voor de studenten die een alternerende opleiding volgen en de studenten met een leerovereenkomst (en in ruimere zin alle deeltijdse studenten) worden de inkomsten uit een winstgevende activiteit in het kader van een studentenovereenkomst tijdens de maanden juli, augustus en september vrijgesteld. Echter de vrijstelling van de inkomsten uit studentenarbeid in de maanden juli, augustus en september geldt niet wanneer de lessen of opleiding niet worden verdergezet na de zomermaanden. Gezien de analoge beperking die wordt opgelegd aan de studenten van het voltijds en hoger onderwijs, voor wie de 240-urennorm ook van toepassing blijft tijdens de laatste zomervakantie als de studies niet worden hervat, wordt met deze bepaling een gelijkaardige behandeling bewerkstelligd van de jongeren in beide onderwijsvormen.
2. Inwerkingtreding
De wijziging treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 juli 2017 (Art. 6 van het samenwerkingsakkoord), om samen te vallen met de inwerkingtreding van de maatregel tot uitbreiding van de mogelijkheid om een studentenovereenkomst af te sluiten tot studenten die een alternerende opleiding volgen en deze met een leerovereenkomst.
3. Toepassing in de praktijk
Volgens de bestaande procedure gebeurt de opvolging van de inkomensnorm voor de jongeren in het deeltijds onderwijs en deze met een leerovereenkomst aan de hand van de DIMONA-aangiften en de briefmodule 'werken leren_RIP'.
Bij ontvangst van het DIMONA-bericht van de stage-overeenkomst (Overeenkomst Alternerende Opleiding) en telkens naar aanleiding van een nieuw DIMONA-bericht van een bijkomende tewerkstelling worden de betalingen geschorst en wordt de module 'werken leren_RIP' verstuurd om het inkomen op te vragen.
De informatie op de briefmodule 'werken leren_RIP' werd aangevuld met voornoemde wijzigingen aangaande het in rekening brengen van de inkomsten uit studentenarbeid. De aangepaste briefmodule gaat als bijlage 1 (NL - FR) bij deze omzendbrief.
Ingevolge de gewijzigde reglementering dienen DIMONA-berichten met vermelding STU (studentencontract) en een tewerkstellingsperiode in de maanden juli, augustus en september niet langer aanleiding te geven tot schorsing van de betalingen, tenzij er aanwijzingen zijn dat de studie of opleiding nadien niet zal worden verdergezet (inschrijving als werkzoekende, melding van stopzetting of einde opleiding,…). In dat geval geldt immers de vrijstelling voor de inkomsten uit studentenarbeid niet.
De vrijstelling geldt evenmin tijdens de periode van 3 maanden na de weigering, de intrekking van de erkenning van de leerovereenkomst of de verbreking van de leerovereenkomst waarover onder de voorwaarden van Art. 1 laatste lid van KB van 6 maart 1979 het recht op kinderbijslag behouden blijft. Voor de toepassing van die bepaling blijft de tewerkstelling met een studentenovereenkomst een winstgevende activiteit die een beletsel vormt voor de betaling van de kinderbijslag.
Gelet op de retroactieve inwerkingtreding vanaf 1 juli 2017 worden de kinderbijslagfondsen verzocht de debetten over juli, augustus en september 2017 te herzien voor zover deze gevallen in hun informaticasysteem kunnen gedetecteerd worden. Zij worden tevens verzocht een nieuwsbericht op hun website te plaatsen om de gezinnen te informeren.
FAMIFED zal eveneens de verschillende instanties in het alternerend/deeltijds onderwijs en de leertijd inlichten over de gewijzigde reglementering en deze vragen om op hun beurt ook de gezinnen te informeren over de mogelijkheid tot herziening van hun dossier.
Aanvragen tot herziening worden onderzocht aan de hand van de aangepaste module 'werken leren_RIP' in bijlage.
Ook de informatie op de formulieren P7, P9 en de informatiebrief 18+ zal worden vervolledigd. De aangepaste versies van deze formulieren zullen u begin juli bezorgd worden samen met de jaarlijkse dienstbrief aangaande de procedures voor de gegevensinzameling voor de studenten in het schooljaar 2018 / 2019.
Als bijlage 2 (NL - FR) bij deze omzendbrief vindt u tenslotte een samenvattend overzicht waarin voor de verschillende categorieën rechtgevende kinderen onderworpen aan de inkomstennorm wordt weergegeven welke controle-instrumenten er worden gehanteerd en of er al dan niet een vrijstelling op de inkomsten uit studentenarbeid geldt.