Met de ministeriële omzendbrief nr. 454 van 12 november 1987 werden u onderrichtingen verstrekt betreffende de toepassing van het arrest van 7 mei 1987 van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen ; dit arrest stelt dat de Belgische gezinsbijslag (kinderbijslag en kraamgeld) bij voorrang moet worden toegekend op de gezinsbijslag van dezelfde aard verleend krachtens de bepalingen van het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen.
Deze onderrichtingen hebben betrekking op de gezinsbijslag verschuldigd vanaf de maand november 1987 ; vanaf deze maand moet de Belgische gezinsbijslag bij voorrang worden verleend als deze bijslag verschuldigd is in hoofde van de echtgenoot van de Europese ambtenaar of in hoofde van de Europese ambtenaar zelf (ingevolge een bijkomstige aktiviteit). In dit verband is mijn aandacht gevestigd geworden op een bijzonder geval met name dit waarin de Europese ambtenaar feitelijk gescheiden leeft van zijn Belgische echtgenoot werknemer, doch, met zijn kinderen, samenwoont met een andere werknemer: in dit geval is de Belgische gezinsbijslag bij voorrang verschuldigd (echtgenoot is werknemer) doch ingevolge de interne Belgische voorrangsregels wordt de persoon die de samenwoonst vormt met de Europese ambtenaar de voorrangsgerechtigde rechthebbende.
In algemene regel is nochtans in een feitelijk gezin de gezinsbijslag bij voorrang verschuldigd krachtens de bepalingen van het Statuut van de Europese ambtenaren, in toepassing van de bepalingen van artikel 60 § 1 van de samengeordende wetten.
Wat betreft de regularisatie van gezinsbijslag die verschuldigd was over de periode 1 augustus 1982 tot 31 oktober 1987 volgt hierna de te volgen procedure zoals vastgesteld in overleg met de Commissie van de Europese Gemeenschappen:
1. - De Commissie van de Europese Gemeenschappen maakt aan de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers de gegevens over betreffende de betrokken Europese ambtenaren en agenten door middel van een inlichtingsformulier (...). Een ingevulde aanvraag om kinderbijslag (model A) wordt zo mogelijk aan dit formulier gehecht.
De Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers zorgt voor de doorsturing van de bewuste gegevens naar de bevoegde kinderbijslagfondsen zoals deze bevoegdheid blijkt uit de door de Commissie verstrekte gegevens.
2. - De kinderbijslagfondsen maken de gezinsbijslag, waarvan het bedrag (...) lager is dan of gelijk is aan de bijslag die werd toegekend in toepassing van het statuut van de Europese ambtenaren, voor de voormelde periode (...) over aan de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers. Deze dienst maakt deze bijslag alsmede deze door hemzelf verschuldigd, gezamenlijk, vergezeld van een verzamelstaat, aan de Commissie over.
De kinderbijslagfondsen maken deze gezinsbijslag over op de postrekening nr. 000-0178500-20 van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers met vermelding G. art. 60 - CEE en zenden tegelijkertijd naar de Rijksdienst - Dienst internationale betrekkingen een borderel waarop het overgemaakt bedrag gedetailleerd wordt (...).
Ik vestig er uw aandacht op dat de hierboven vermelde overdracht slechts van toepassing is indien de kinderbijslaginstelling in het bezit is van een ondertekende verklaring, (...), waarmede de rechthebbende en eventueel ook de bijslagtrekkende in de Belgische regeling volmacht geeft om deze bijslag over te maken aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen. Deze verklaring wordt tesamen met het onder punt 1 vermelde inlichtingsformulier overgemaakt door bemiddeling van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers.
3. - De overheidsdiensten, de openbare instellingen die zelf rechtstreeks kinderbijslag betalen aan hun personeel en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke overheidsdiensten dienen op dezelfde manier tewerk te gaan, met de enige uitzondering dat de bedragen rechtstreeks worden overgemaakt aan de commissie op bankrekening nr. 310-0231000-32 met vermelding: Anti-cumul - Kinderbijslag.
Zowel de commissie als de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers worden in het bezit gesteld va de verzamelstaat waarbij het overgemaakte bedrag wordt gedetailleerd.
De instellingen die kinderbijslag uitbetalen zullen de verklaring (...) zelf ter ondertekening voorleggen indien zij zou ontbreken of onvolledig zou zijn.
Indien de betrokkenen weigeren deze verklaring te ondertekenen of over te maken, zal de bijslag betaald worden aan de bijslagtrekkende, doch hiervan dient de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers op de hoogte gebracht te worden die, op zijn beurt, dit feit zal ter kennis brengen aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Het eventueel positief saldo tussen de aan de Commissie overgemaakte gezinsbijslag en de achterstallige Belgische gezinsbijslag zal uiteraard eveneens betaald worden aan de bijslagtrekkende.
*
* *
Tenslotte wil ik nog opmerken dat de verjaringstermijn bepaald in artikel 120 van de samengeordende wetten om de rechten op de achterstallige gezinsbijslag te doen gelden hier niet mag worden ingeroepen voor de periode van 1 augustus 1982 tot 30 oktober 1987. Inderdaad de verjaringstermijn kan slechts aanvangen vanaf het ogenblik dat de rechthebbende bij machte was een aanvraag in te dienen en met name vanaf de bekendmaking van het arrest van 7 mei 1987 van het Hof van Justitie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen van 10 juni 1987. Immers, overeenkomstig de algemene rechtsbeginselen in deze materie, heeft de verjaringstermijn niet gelopen omdat er een rechtsbeletsel was inzake de uitoefening van de vordering tot toekenning van de gezinsbijslag.