TabsTekst § 1. Onverminderd de in België geldende bepalingen van internationale overeenkomsten inzake sociale zekerheid, wordt het bedrag van de gezinsbijslag verminderd met het bedrag van de uitkeringen van dezelfde aard waarop ten behoeve van een rechtgevend kind aanspraak kan worden gemaakt bij toepassing van andere buitenlandse wets- of reglementsbepalingen of krachtens regelen van toepassing op het personeel van een volkenrechtelijke instelling, zelfs indien de toekenning van deze uitkeringen op grond van voormelde bepalingen of regelen als aanvullend wordt aangemerkt met betrekking tot de gezinsbijslag verleend bij toepassing van deze wet. Die vermindering wordt niet toegepast indien ten behoeve van een rechtgevend kind aanspraak kan worden gemaakt op uitkeringen van dezelfde aard krachtens statutaire regelen die van toepassing zijn op de ambtenaren en andere agenten van de Europese Gemeenschappen. De Koning bepaalt de volkenrechtelijke instellingen wier statutaire regelen die op hun personeel van toepassing zijn, kunnen worden gelijkgesteld met de statutaire regelen bedoeld in het vorige lid. Historiek De wet van 04.04.2014 tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, art. 68 (B.S. 05.05.2014), van kracht vanaf 30.06.2014, heeft de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "deze wetten" vervangen door de woorden "deze wet"; 2° paragraaf 2 wordt opgeheven; 3° paragraaf 3 wordt opgeheven. Referenties 21 mei 1964 - Koninklijk besluit tot coördinatie van de wetten betreffende het personeel in Afrika (BS 26.5.1964) - uittreksel 28 april 1978 - Koninklijk besluit houdende instelling van een stelsel van studie- en stagebeurzen, in België, ten gunste van onderhorigen van ontwikkelingslanden (BS 30.5.1978) - uittreksel 2 augustus 2002 - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 60, §1, derde lid, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (BS 31.8.2002) MO 417 van 17 juni 1983 - Toepassing van artikel 60 van de samengeordende wetten, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 54 van 15 juli 1982 MO 454 van 12 november 1987 - Toepassing van artikel 60 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders - Samenloop met de gezinsbijslag verleend krachtens de bepalingen van het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen MO 455 van 11 januari 1988 - Het voorkomen van cumulatie met het stelsel der zelfstandigen ingeval van vrijstelling of vermindering der bijdragen voor een zelfstandige activiteit uitgeoefend als hoofdberoep. Eventuele retroactiviteit van een voorrangsrecht in het stelsel der zelfstandigen MO 461 van 15 juli 1988 - Toepassing van artikel 60 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders - Samenloop met de gezinsbijslag verleend krachtens de bepalingen van het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen MO 490 van 5 oktober 1990 - Toepassing van artikel 60 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders MO 508 van 26 februari 1992 - Samenloop van het recht op gezinsbijslag in het stelsel voor werknemers met dit recht in de regeling voor zelfstandigen MO 513 van 18 augustus 1992 - Samenloop - Verordening (EEG) nr. 1249/92 - Bilaterale overeenkomsten MO 539 van 10 oktober 1994 - Toepassing artikel 60 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders - Problematiek van de verschilbetaling MO 550 van 10 juni 1997 - Gemengde loopbaan en samenloop met zelfstandige rechthebbenden, toepassing van de artikelen 59 en 60, § 3, 3°, c van de samengeordende wetten, in geval van bijzondere situaties van toekenning MO 551 van 2 juli 1997 - Koninklijk besluit van 21 april 1997 houdende sommige bepalingen betreffende de gezinsbijslag ter uitvoering van artikel 21 van de wet van 29 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels (uittreksel) MO 555 van 26 februari 1998 - Wijziging van de artikelen 60,§ 3 en 64 van de GW sinds het koninklijk besluit van 21 april 1997 - De gevolgen van co-ouderschap op de toekenning van de kinderbijslag MO 579 van 5 maart 2003 - Programmawet (I) van 24 december 2002 (uittreksel) MO 602 van 12 maart 2008 - Recht op wezenbijslag CO 898 van 23 juni 1971 - Aard van de vergoedingen die de dienst voor ontwikkelingssamenwerking (D.O.S.) aan de bursalen toekent (uittreksel) CO 920 van 18 september 1972 - Voordelen door de Franse wetgeving aan het gezin toegekend en toepassing van artikel 60, GW CO 938 van 13 juli 1973 - Artikel 60 der gecoördineerde wetten - Aard van de vergoedingen voor gezinslast toegekend aan de bursalen van de Zaïrese regering CO 1107 van 10 september 1982 - Toepassing van artikel 60, GW, gewijzigd door het KB nr. 54 van 15 juli 1982 - Samenloop van de gezinsbijslag van de Belgische regeling voor werknemers met uitkeringen van dezelfde aard verleend door andere wettelijke regelingen en reglementen CO 1220 van 20 december 1989 - Toepassing van artikel 60 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders - Cumulatie met gezinsuitkeringen verleend op grond van het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen CO 1225 van 26 maart 1990 - Programmawet van 22 december 1989 en koninklijk besluit van 12 maart 1990 tot uitvoering van artikel 71, § 1bis, GW: toelichting en toepassingsmaatregelen (uittreksels) CO 1307 van 20 juni 1997 - De toekenning van de kinderbijslag in geval van scheiding van de ouders en in geval van co-ouderschap in het bijzonder (art. 7, 8 en 9 koninklijk besluit van 21 april 1997) CO 1315 van 10 april 1998 - Wet van 22 februari 1998 houdende sociale bepalingen en wet van 22 februari 1998 houdende sommige sociale bepalingen (uittreksels) CO 1342 van 3 oktober 2002 - Koninklijk besluit van 2 augustus 2002 tot uitvoering van artikel 60, § 1, derde lid, KBW (BS 31.8.2002) - Voorrangsregels bij samenloop met een recht op gezinsbijslag voor ambtenaren van Eurocontrol en de Europese scholen CO 1356 van 13 maart 2006 - Meerderjarig kind dat afwisselend en even lang verblijft bij beide ouders - Te volgen procedure als het kind meerderjarig wordt CO 1356 van 13 maart 2006; bijlage van 9 juni 2006 - Meerderjarig kind dat afwisselend en even lang verblijft bij beide ouders - Te volgen procedure als het kind meerderjarig wordt MetadataDatum van inwerkingtreding: 30/06/2014Datum van afkondiging: 04/04/2014Datum van publicatie: 05/05/2014Sleutelwoorden: ARBEIDSOVEREENKOMSTBAND VAN VERWANTSCHAPBEROEPSACTIVITEITCO-OUDERSCHAP (GEZAMENLIJKE OUDERLIJK GEZAG)DEELTIJDSE TEWERKSTELLINGHALFTIJDSE TEWERKSTELLINGINVALIDE \ SOCIAAL SUPPLEMENTPLAATSING VAN EEN KIND \ INSTELLINGRECHTHEBBENDE (WEES) \ VERHOOGDE BIJSLAGRECHTHEBBENDE \ TOEKENNINGSSITUATIERECHTHEBBENDE \ VOORRANGSRECHTVERSCHILBETALINGWEES \ VERHOOGDE BIJSLAGWERKNEMER