Artikel 138, 3e lid van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat "in alle betwistingen die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, het openbaar ministerie bij de arbeidsgerechten van de bevoegde minister of van de bevoegde openbare instellingen of diensten de nodige administratieve inlichtingen kan vorderen. Daartoe kan het om medewerking verzoeken van de ambtenaren die door de administratieve overheid belast zijn met het toezicht op de toepassing van de wettelijke en verordeningsbepalingen die bedoeld zijn in de artikelen 578 tot 583" van hetzelfde wetboek, waaronder de kinderbijslag voorkomt.
Wanneer zij erom worden verzocht door een arbeidsauditoraat, bezorgen de betalingsinstellingen dit auditoraat, door een ter post aangetekende brief of per drager en tegen bericht van ontvangst, al de stukken van het dossier die de gegevens bevatten met betrekking tot de betwiste materie en tot de periode waarop het geschil betrekking heeft.
De over te leggen stukken zijn die welke het ontstaan van het recht, de betaling, de weigering, de schorsing van de betaling van de gezinsbijslag en de terugvordering van ten onrechte betaalde bijslag rechtvaardigen, dit wil zeggen inzonderheid: de aanvraag om kinderbijslag, de uittreksels uit de bevolkingsregisters, de vragenlijsten en documenten voor de periodieke kontrole, de briefwisseling, de staat van de verrichte betalingen onder opgave van het verschuldigd bedrag, de periode waarop het betrekking heeft, in voorkomend geval de verklaring van de gedane inhoudingen en de identiteit van de bijslagtrekkende.
Bovendien moet het bestaan van een vroeger dossier eventueel ter kennis worden gebracht.
Het spreekt vanzelf dat de oorspronkelijke documenten aan het Gerecht moeten doorgezonden worden en dat de fotokopieën van de originele stukken in het administratief dossier blijven.
De oorspronkelijke stukken worden u door het arbeidsauditoraat of door het arbeidsauditoraat-generaal bij het einde van de gerechtelijke procedure teruggezonden.