Voorwaarden
De rechthebbende ontvangt:
- ofwel een inkomensvervangende tegemoetkoming,
- ofwel een integratietegemoetkoming voor verminderde zelfredzaamheid van minstens negen punten,
- ofwel een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden,
- ofwel een tegemoetkoming berekend op basis van permanente arbeidsongeschiktheid van minstens 65%.
Die tegemoetkomingen worden door de FOD Sociale Zekerheid betaald.
De rechthebbende oefent geen winstgevende activiteit als werknemer of als zelfstandige, maar hij mag een werkloosheids- of ziekte-uitkering ontvangen.
De rechthebbende met een handicap is:
- ofwel de (adoptie)ouder van de kinderen, de echtgenoot, partner of wettelijke samenwonende van de (adoptie)ouder van de kinderen,
- ofwel de (over)grootouder van de kinderen, de echtgenoot, partner of wettelijk samenwonende van de (over)grootouder van de kinderen,
- ofwel de oom of tante van de kinderen, de echtgenoot, partner of wettelijk samenwonende van de oom of de tante van de kinderen,
- ofwel de persoon, de echtgenoot of de partner van de persoon aan wie een kind is toevertrouwd op basis van een rechterlijke beslissing over de materiële bewaring of een plaatsing door bemiddeling of ten laste van een overheidsinstantie,
- ofwel de persoon, echtgenoot of partner van de persoon die het ouderlijke gezag over het kind heeft gekregen bij vonnis van de jeugdrechtbank,
- ofwel de persoon die een afwijking heeft gekregen om recht op kinderbijslag te verkrijgen.
Het kind maakt werkelijk deel uit van het gezin van de rechthebbende.
Als het kind in een instelling geplaatst is, moet het vóór de plaatsing werkelijk deel uitgemaakt hebben van het gezin van de rechthebbende.
Controlemiddelen
Een aanvraag van de sociaal verzekerde (formulier 5569 of E of AA of iedere andere brief)
Het RNP om te controleren of het kind tot het gezin van de potentiële rechthebbende behoort
De databanken van Trivia (DMFA, RIP, ARZA)
Het formulier 5573 aan de FOD Sociale Zekerheid om vast te stellen welke tegemoetkoming de rechthebbende ontvangt
Als aan de voorwaarden niet voldaan is
De persoon kan geen rechthebbende zijn op basis van art. 56quinquies AKBW.
Er moet voor hem of voor een andere potentiële rechthebbende een socio-professionele situatie gezocht worden op basis waarvan een ander recht verkregen kan worden.
Als die er niet is, moet aan de dienst Gewaarborgde Gezinsbijslag gevraagd worden om te onderzoeken of er een recht is.
Aandachtspunten
Het gaat niet om een residuair recht: de samenloop van het potentiële recht van een rechthebbende met een handicap en van andere rechthebbenden is bepaald in de voorrangsregels.
Bovendien kan afstand gedaan worden van dat recht of kan dat recht voorrang hebben op basis van de algemene afwijking die vastgelegd is in MO 599.
Alleen FAMIFED is bevoegd om kinderbijslag toe te kennen op basis van art. 56quinquies AKBW.
Het rechtgevende kind moet werkelijk deel uitmaken van het gezin van de rechthebbende. De juridische fictie van co-ouderschap mag niet toegepast worden.