Begrip en voorwaarden

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

De student of de aan een student gelijkgestelde persoon kan, onder bepaalde voorwaarden, recht hebben op kinderbijslag.

Statuut

De rechthebbende moet hetzij:

  • een leerplichtige student zijn (dat wil zeggen tot 31 augustus van het jaar waarin hij 18 wordt)
  • een min-25jarige met een leerovereenkomst zijn
  • een min-25-jarige zijn die niet langer leerplichtig is en geldig is ingeschreven in een onderwijsinstelling of die een opleiding bedrijfsleider of een erkende opleiding volgt (alternerend leren met een industriële leerovereenkomst bijvoorbeeld)
  • een min-25-jarige student zijn die aan zijn eindverhandeling hoger onderwijs werkt
  • een min-25-jarige werkzoekende in beroepsinschakelingstijd zijn, wat een inschrijving in een gewestelijke arbeidsdienst veronderstelt (Actiris voor het Brusselse Gewest, FOREM voor het Waalse Gewest of VDAB voor het Vlaamse Gewest).

Maximumleeftijd

Volgens de kinderbijslagwetgeving moet de rechthebbende jonger zijn dan 25 jaar.
De FOD Sociale Zekerheid kan in behartigenswaardige gevallen een individuele afwijking toestaan en die leeftijdsgrens met 2 jaar optrekken.

Opgelet: Die afwijking wordt maar aangevraagd als geen ander recht mogelijk is, ook niet in de gewaarborgde gezinsbijslag (GGB).

Winstgevende bedrijvigheid of sociale uitkering geen beletsel

De rechthebbende kan, op basis van art. 56sexies AKBW, een recht op kinderbijslag doen ontstaan, zelfs indien hij niet aan de voorwaarden voldoet zoals bepaald door of krachtens art. 62 AKBW inzake een winstgevende bedrijvigheid, loon of sociale uitkeringen.

Voorbeeld

Een gezin bestaat uit een studerende vader, een studerende moeder en een kind. Het recht ontstaat op basis van de situatie van de vader.
Hij is student en oefent tegelijk van 05.01.2012 tot 10.03.2012 een activiteit als werknemer uit.
Omdat de studerende vader in het 1e trimester van 2012 meer dan 240 uren gewerkt heeft, kan hij geen recht op kinderbijslag meer hebben voor zichzelf.


Maar hij kan wel verder recht op kinderbijslag hebben voor zijn kind.

Verblijf in België

Op de datum waarop de rechthebbende kinderbijslag aanvraagt moet hij al minstens vijf jaar daadwerkelijk in België verbleven hebben, behalve:

In behartigenswaardige gevallen kan de FOD Sociale Zekerheid in een individuele afwijking van de voorwaarde van 5 jaar voorzien.

Recht op kinderbijslag voor sommige kinderen

De rechthebbende student of daarmee gelijkgestelde kan alleen het recht op kinderbijslag verkrijgen voor

  • zijn kinderen, de kinderen van zijn echtgenote, hun gemeenschappelijke kinderen of de kinderen van de persoon waarmee hij een feitelijk gezin vormt.
  • de kinderen die hij of zijn echtgenote geadopteerd heeft of die hij of zijn echtgenote onder pleegvoogdij heeft genomen of de kinderen die de persoon waarmee hij een feitelijk gezin vormt heeft geadopteerd.

De rechthebbende kan dus geen recht verkrijgen voor zijn (half)broers en -zussen, neven en nichten.

De kinderen moeten daadwerkelijk deel uitmaken van het gezin van de rechthebbende. De juridische fictie van het co-ouderschap kan niet worden toegepast.

Voorbeeld

De ouders van een kind zijn allebei studenten. Het kind leeft alleen bij zijn moeder. Het recht zal enkel voor de moeder ontstaan aangezien het kind geen deel uitmaakt van het gezin van zijn vader.

Bijzondere situatie van een plaatsing:

Indien het rechtgevende kind zijn rechthebbende en in een instelling geplaatste ouder vergezelt (ongeacht of het zelf geplaatst is of niet) wordt de voorwaarde dat het kind deel uit moet maken van het gezin van de rechthebbende geacht vervuld te zijn, en blijft het recht op kinderbijslag gehandhaafd (proportionele verdeling of niet, naargelang het rechtgevende kind al of niet geplaatst is).

Indien enkel het rechtgevende kind geplaatst is en zijn rechthebbende ouder het niet vergezelt, houdt het recht op basis van art. 56sexies op te bestaan (toepassing van de trimestrialiseringsregel).

Top