Het kind dat recht geeft op gewaarborgde gezinsbijslag moet effectief in België wonen.
Zodra het recht is vastgesteld, wordt de verblijfsvoorwaarde maandelijks geëvalueerd. Een rechtgevend kind dat gedurende meer dan een kalendermaand in het buitenland is, voldoet in principe niet meer aan de verblijfsvoorwaarde.
Als de afwezigheid voor een deel in een maand en voor een ander deel in de volgende maand valt, zelfs als die in totaal langer dan een maand duurt, kan de gewaarborgde gezinsbijslag toegekend worden voor die twee maanden.
Voorbeeld
De gewaarborgde gezinsbijslag is verschuldigd voor juli en augustus want het recht dat eindigt in de loop van een maand, verliest men op het einde van die maand en het recht dat ontstaat in de loop van een maand, verwerft men op de eerste dag van die maand.
Als het rechtgevend kind in een van de lidstaten van de Europese Unie verblijft om er onderwijs te volgen kan de gewaarborgde gezinsbijslag nog betaald worden als aan alle andere voorwaarden voldaan is (ten laste van de aanvrager, geen ander recht op basis van een Belgische, buitenlandse of internationale regeling en wettelijke voorwaarden voor de rechtgevende kinderen).
Europese verordening nr. 987/2009
Europese verordening nr. 883/2004
Als het rechtgevend kind buiten de Europese Unie verblijft, kan de persoon die gewaarborgde gezinsbijslag aanvraagt een individuele afwijking aan de FOD Sociale Zekerheid vragen binnen 90 dagen na de aangetekende verzending van de weigering tot toekenning van gewaarborgde gezinsbijslag.
Als een individuele afwijking wordt toegekend, wordt de gewaarborgde gezinsbijslag alleen betaald als aan de andere voorwaarden voldaan is (ten laste van de aanvrager, geen ander recht op basis van een Belgische, buitenlandse of internationale regeling en wettelijke voorwaarden voor de rechtgevende kinderen).