Voorwaarde: het kind moet ten laste van de aanvrager zijn

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

De aanvrager van gewaarborgde gezinsbijslag ('rechthebbende' op gewaarborgde gezinsbijslag) moet het kind ten laste hebben.

Dit is de natuurlijke persoon die een recht op gewaarborgde gezinsbijslag verkrijgt onder bepaalde voorwaarden.

De aanvrager moet een natuurlijke persoon zijn en geen rechtspersoon, elk houder van een andere rechtspersoonlijkheid.

Een natuurlijke persoon

Individu ( in tegenstelling tot een rechtspersoon: vzw, vennootschap...).

Een rechtspersoon

Dit is een organisatie of een instelling die over een gemeenschappelijk vermogen en een zekere rechtsbekwaamheid beschikt maar die niet fysiek bestaat, (in tegenstelling tot een natuurlijke persoon).

Voorbeelden

een vennootschap, een vzw...

Bij de gewaarborgde gezinsbijslag vormt het kind ten laste hebben de noodzakelijke band tussen de aanvrager en het rechtgevend kind in plaats van de in het algemene kinderbijslagstelsel vereiste verwantschap, aanverwantschap of andere band.


Om aan de voorwaarde van het ten laste hebben te voldoen, moet de aanvrager instaan voor meer dan de helft van de kosten voor het levensonderhoud van het kind.

Voedsel, huisvesting, kleren, medische zorgen, schoolkosten etc.


Het gaat hier over financieel en niet over ethisch, educatief of gevoelsmatig ten laste hebben.


Om vast te kunnen stellen of de aanvrager het rechtgevende kind ten laste heeft, moeten zijn bestaansmiddelen met die van het kind vergeleken worden.

Top