Situatie
Een pleeggezin heeft 2 eigen kinderen. Het eerste kind is geboren in 1994, het tweede in 1997. Via de bijzondere jeugzorg wordt een ouder meisje in het pleeggezin geplaatst.
De pleegmoeder wordt bijslagtrekkende voor het meisje.
Na onderzoek blijkt echter dat het pleegkind zelf moeder geworden is en dat ze bijslagtrekkende is voor haar en haar kind.
Het kinderbijslagfonds werd hiervan niet op de hoogte gebracht en betaalde ten onrechte de kinderbijslag aan de pleegmoeder. Die betalingen zullen worden teruggevorderd.
Het kinderbijslagfonds stelt zich de vraag of een ouder pleegkind dat in het gezin verbleef, maar uiteindelijk bijslagtrekkende was voor zichzelf, een invloed kan hebben op het toekennen van de status 'beschermd kind' aan het kind geboren in 1994.
Advies
Omdat de bijslagtrekkenden een verklaring van feitelijk gezin hebben ingediend, kan het kind geboren in 1994 de status van 'beschermd kind' krijgen.
Het kind heeft recht op de leeftijdsbijslag voor een kind dat eerste rang wordt ter vervanging van een ouder kind.
Rechtvaardiging
Bijslagtrekkenden die samenwonen, kunnen aanspraak maken op de groepering van de kinderen die ze opvoeden, net zoals gehuwden en bloed- en aanverwanten tot de derde graad dat kunnen. Daarvoor moeten ze verklaren dat ze een feitelijk gezin vormen.
Aangezien de bijslagtrekkenden een dergelijke verklaring hebben ingediend, is de groepering van het pleegkind en haar kind mogelijk binnen het gezin van de pleegmoeder.
Kinderen die geen eigen verworven recht hebben (omdat ze nog geen 6 jaar waren op 31 december 1996) en een eerste rang verkrijgen nadat een ouder kind zijn recht op kinderbijslag verliest of het gezin verlaat, kunnen aanspraak maken op de beschermde leeftijdsbijslag in plaats van de gehalveerde. Ze moeten op dat moment minstens zes jaar oud zijn en voldoen aan de voorwaarden van beschermde kinderen.