§ 1. Het bedrag vermeld in artikel 40, 1° wordt voor een kind dat niet rechtgevend is op een bijslag bedoeld in artikel 41, 42bis, 47 of 50ter verhoogd met een leeftijdsbijslag van:
1° 11,92 EUR voor een kind van minstens 6 jaar;
2° 18,15 EUR voor een kind van minstens 12 jaar;
3° 20,92 EUR voor een kind van minstens 18 jaar. (1)
§2. Het bedrag vermeld in artikel 40, 1° voor een kind dat rechtgevend is op een in artikel 41, 42bis, 47 of 50ter bedoelde bijslag en de bedragen vermeld in de artikelen 40, 2° en 3° en 50bis worden verhoogd met een leeftijdsbijslag van:
1° 23,77 EUR voor een kind van minstens 6 jaar;
2° 36,32 EUR voor een kind van minstens 12 jaar;
3° 46,18 EUR voor een kind van minstens 18 jaar. (1)
(1) Bij toepassing van artikel 76bis zijn de bedragen gekoppeld aan het aldaar toepasselijke spilindexcijfer