Situatie
De ouders zijn feitelijk gescheiden sinds 12 december 2005. De moeder is bijslagtrekkende voor de twee kinderen die worden opgevoed in co-ouderschap.
Het jongste kind is geboren op 3 maart 1993 en is sinds de scheiding gedomicilieerd bij de moeder. Het oudste kind is geboren op 17 mei 1988 en is gedomicilieerd bij de vader.
Vanaf 1 juni 2006 wordt de vader de wettelijke bijslagtrekkende voor het oudste kind (meerderjarig kind dat niet afwisselend bij beide ouders verblijft). Maar in de realiteit is er op dat moment geen wijziging in de gezinstoestand.
Bestaat er een beschermd recht voor het jongste kind?
Advies
De 'beschermde' leeftijdsbijslag kan worden toegekend voor een kind dat eerste rang wordt ter vervanging van een ouder kind
Rechtvaardiging
Voor de groepering en de toeslagen wordt het in co-ouderschap opgevoede kind altijd verondersteld deel uit te maken van het gezin van de bijslagtrekkende (meestal de moeder).
Die fictie vervalt wanneer bij de meerderjarigheid van het kind de vader bijslagtrekkende wordt, omdat het kind daar feitelijk verblijft.
Omwille van de eenvormigheid moeten de uitzonderingsregels op de halvering van de leeftijdsbijslagen in deze situatie ongewijzigd worden toegepast.
Bovendien wordt met de voorwaarde "het kind verlaat het gezin waarin het wordt opgevoed" bedoeld dat het oudste kind niet meer wordt opgevoed door de oorspronkelijke bijslagtrekkende.
Die definitie kunnen we ook toepassen op een wijziging van de bijslagtrekkende.
Op grond van die overwegingen kan voor het jongste kind de leeftijdsbijslag worden toegekend voor een kind dat eerste rang wordt ter vervanging van een ouder kind.