Overeenkomstig de bepalingen van art. 73quater G.W. wordt een adoptiepremie verleend aan de kandidaat-adoptant of zijn echtgenoot.
Een van de sleutelvoorwaarden is dat een geldige adoptieakte wordt ondertekend, die de wil van de rechthebbende of zijn echtgenoot uitdrukt om een kind te adopteren.
Het bedrag van de adoptiepremie wordt dienovereenkomstig vastgesteld op de datum van de ondertekening van deze akte.
Een niet onbelangrijk aantal kinderen wordt in het buitenland geadopteerd, volgens de regels die eigen zijn aan dat land.
De akte, in het buitenland verleden, die de wil van de kandidaat-adoptanten uitdrukt om dit kind te adopteren, beantwoordt volledig aan de voorwaarden van art. 73quater, §1, eerste alinea, 1° G.W. om een adoptiepremie te bekomen.
Een probleem ontstaat doordat sommige sociaal verzekerden, voor alle zekerheid, alhoewel er reeds een rechtsgeldige adoptieakte in het buitenland werd verleden, en ongeacht de eventuele noodzaak hieraan, een adoptieprocedure in België, herbeginnen.
Een tweede adoptieakte, die de wil van de rechthebbende of zijn echtgenoot uitdrukt om een kind te adopteren, thans naar Belgisch recht, wordt dan ook voorgelegd.
Indien de eerste adoptie in het buitenland geen aanleiding heeft gegeven tot betalen van een adoptiepremie of van kraamgeld, kan de tweede adoptieakte wel in aanmerking worden genomen voor het verlenen van een adoptiepremie.
De kinderbijslaginstelling heeft immers geen bevoegdheid om over de wenselijkheid van een dergelijke "tweede" adoptieprocedure in België te oordelen.
Het betreft dan ook een toevoeging aan de gevallen van het cumulatieverbod waarvan sprake in CO 1267 van 23 februari 1993 dat o.m. de situatie beoogt waarbij een gewone adoptie in België gevolgd wordt door een volle adoptie in België.