In de loop van de vergadering van 11 juni 1963 heeft de Commissie advies KC. 132/6166, uitgebracht.
Er vloeit uit voort dat de bijdragen voor huisbedienden krachtens art. 86, 1° niet verschuldigd zijn op voorwaarde:
1. dat zij inwonen in het huis van de meester of in een gebouw dat op het domein van de meester gelegen is;
2. en dat zij aan de tafel van de werkgever kost genieten, zo niet ten minste in zijn woning.
Genieten geen vrijstelling van bijdragen de werkgevers die personeel in dienst hebben wanneer zij dit personeel vergoeden voor de kost en inwoning.
Deze nieuwe interpretatie vervangt deze in de vroegere adviezen aangegeven.
Dit advies is toepasselijk binnen de perken van de verjaring voorzien bij art. 121.
Zie advies KC. 132/6453, Not. 22 november 1966, Supra, art. 13