Artikel 42 uit Kinderbijslagwet werknemers
Artikel 70bis uit Kinderbijslagwet werknemers
Deze omzendbrief vult de richtlijnen aan die in omzendbrief 1225 d.d. 26 maart 1990 zijn verstrekt met betrekking tot de toepassing van de programmawet van 22 december 1989.
Artikel 42 GW dat de regels bepaalt voor het groeperen van de rechtgevende kinderen uitgaande van de bijslagtrekkende, is door artikel 51 van bedoelde programmawet gewijzigd.
Zo stelt het nieuwe lid 1 van artikel 42 GW nu expliciet dat de door een bijslagtrekkende grootgebrachte rechtgevende kinderen moeten worden gegroepeerd wanneer rechthebbende, rechtgevende kinderen en bijslagtrekkende samen een gezin vormen. Op die regel is evenwel een uitzondering gemaakt voor wezen die recht hebben op het verhoogde tarief en voor conform artikel 70bis GW geplaatste kinderen.
Deze laatste uitzondering (dezelfde trouwens als die van artikel 42, lid 2, GW) is gegrond omdat een geplaatst kind niet kan worden aangemerkt als behorende tot het gezin van de rechthebbende en ook niet tot dat van de bijslagtrekkende.
Maar de uitzondering die in het kader van artikel 42 GW wordt gemaakt voor geplaatste kinderen, belet natuurlijk niet dat artikel 70bis GW wordt toegepast. Dat artikel bepaalt dat, met name in een aantal situaties waarin sprake is van geplaatste kinderen, het globale bedrag van de uit hoofde van een enkele rechthebbende verschuldigde kinderbijslag evenredig onder de bijslagtrekkenden wordt verdeeld (behalve de leeftijdstoeslag en de bijkomende bijslag voor gehandicapte kinderen, die eigen zijn aan het betrokken kind).
Artikel 70bis G.W. bepaalt namelijk dat, in een aantal gevallen die worden opgesomd, de regel van de evenredige verdeling van kracht blijft zoals die reeds gold voor 1 april 1983.
Wanneer een enkele rechthebbende bijvoorbeeld recht verkrijgt op kinderbijslag voor kinderen waarvan er enkele tot zijn gezin behoren en andere geplaatst zijn conform artikel 70 G.W., ofwel voor kinderen die allen geplaatst zijn conform artikel 70 G.W., worden de kinderen voor wie die rechthebbende recht verkrijgt dus allen gegroepeerd en wordt de kinderbijslag vervolgens onder de verschillende bijslagtrekkenden verdeeld (behalve de toeslagen van artikel 44 en 47 G.W.)