Zoals medegedeeld met de omzendbrief C.O. 1249 van 20 juni 1991 werd de overeenkomst die tussen de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening en de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers bestond inzake de controlemaatregelen voor de jonge werkzoekende herzien.
De bestaande overeenkomst werd in samenspraak met de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening opgesteld. De opgedane ervaring inzake de toepassing van de C.O. 1207 van 25 mei 1988 werd hierin verwerkt.
Hierna vindt u de nieuwe te volgen procedure.
1. Controlemaatregelen
1.1. Het oorspronkelijk attest
Zoals reeds meegedeeld met de C.O. 1249 van 20 juni 1991 wordt het attest thans afgeleverd door één van de bevoegde diensten voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding.
1.2. Het model 20
Op het einde van de wachttijd stuurt de kinderbijslag-instelling de vragenlijst, waarvan het model als bijlage 1 gaat, naar de bijslagtrekkende. Dit formulier - model 20 - werd herzien rekening houdend met de reglementaire bepalingen en de doeltreffendheid.
Zo wordt er thans gevraagd dat de Hulpkas voor Werkloos-heidsuitkeringen of de vakvereniging bevestigt dat de jongere wacht- of werkloosheidsuitkeringen heeft aangvraagd (rubriek D van het model 20). De loutere verklaring van betrokkene zelf is niet meer voldoende.
Via de antwoorden verstrekt op het model 20 zal de kinderbijslaginstelling het recht op kinderbijslag controleren en vaststellen voor de periode van wachttijd van de jongere.
1.3. Het model 20 bis
1.3.1. De jongere heeft een aanvraag om wacht- of werkloosheidsuitkeringen ingediend
Zoals voorheen zal het eindattest (formule C 64) uit eigen beweging naar de kinderbijslaginstelling worden gestuurd wanneer bij de aanvraag om wacht- of werkloosheidsuitkeringen blijkt dat bepaalde feiten dit recht in de weg staan. (vb. geen studies beëindigd - aanvraag afgewezen). Het kinderbijslagfonds zal dan ook zijn dossier afhandelen, rekening houdend met de inlichtingen verstrekt op het model 20, eventueel aangevuld met de gepaste stukken ter bevestiging van de verklaring.
1.3.2. De jongere heeft GEEN aanvraag om wacht- of werkloosheidsuitkeringen ingediend.
a) De jongere heeft studies of een leertijd beëindigd zoals voorzien in artikel 36 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering. Indien uit de stukken in het kinderbijslagdossier blijkt dat het kind de vereiste studies of leertijd beëindigd heeft is een verdere bevestiging hiervan op het formulier 20bis overbodig. (...).
Indien het kind hogere of universitaire studies heeft gevolgd mag zondermeer aanvaard worden dat aan het vereiste van artikel 36 is voldaan tenzij uit het dossier zou blijken dat de vereiste basisstudies niet in België werden doorlopen. In dit laatste geval zou er eventueel niet voldaan kunnen zijn aan het vereiste inzake studies, zodat een verdere controle door middel van het model 20bis, (...) aangewezen is (zie verder onder punt b).
b) Het is niet duidelijk dat de jongere studies of een leertijd heeft beëindigd zoals voorzien in artikel 36 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.
In dergelijk geval moet de kinderbijslaginstelling het formulier model 20 bis aan de bijslagtrekkende zenden.
Bij ontvangst van dit ingevuld formulier kan de kinderbijslaginstelling zelf bepalen of de jongere voldaan heeft aan de vereisten van artikel 36. Bij twijfel of ingeval van tegenstrijdigheden zal de kinderbijslaginstelling de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening hierover ondervragen. Wanneer de jongere de rubriek IV (inzake de toepassing van het artikel 36 van het model 20 bis heeft laten invullen, zal de kinderbijslaginstelling de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening om zijn advies vragen.
2. Inlichtingen
De kinderbijslagfondsen worden nog steeds verzocht een volledige lijst bij te houden van alle gevallen van werkzoekenden waarvoor zij kinderbijslag uitkeren.
3. Formulieren
De kinderbijslaginstellingen kunnen door middel van bijgaande bestelbon de standaardformulieren (model 20 en model 20 bis) bestellen.
4. Toepassing
Deze omzendbrief is onmiddellijk van toepassing voor alle nog niet opgeloste kinderbijslagdossiers. De C.O. 1207 van 25 mei 1988 wordt dan ook hierbij afgeschaft.