De wet van 12 januari 1993 houdende een urgentieprogramma voor een meer solidaire samenleving (Staatsblad 4 februari 1993) heeft een aantal bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek gewijzigd, met uitwerking vanaf 1 maart 1993 (K.B. 21 januari 1993, Staatsblad 4 februari 1993). Enkele van die wijzigingen hebben gevolgen voor de diensten en instellingen die kinderbijslag uitbetalen.
1. Kennisgeving van een vonnis.
In geschillen m.b.t. gezinsbijslagen brengt de griffier binnen de acht dagen na de uitspraak van het vonnis, bij gerechtsbrief, het vonnis ter kennis van de partijen. Op straffe van nietigheid vermeldt deze kennisgeving de rechtsmiddelen, de termijn binnen welke dit verhaal moet worden ingesteld evenals de benaming en het adres van de rechtsmacht die bevoegd is om er kennis van te nemen. (nieuw art. 792 Ger. W.).
Hieruit volgt dat de kennisgeving enkel en alleen aan de partijen, in casu aan de kinderbijslaginstellingen, gebeurt, en niet langer aan de advokaten. Dit betekent dat die instellingen zelf zo snel mogelijk hun advokaten zullen moeten inlichten.
Net zoals voorheen (zie C.O. 915 en C.O. 1215) worden de instellingen uitgenodigd om een kopie van de vonnissen en arresten onverwijld aan de Rijksdienst, juridische studiën, over te maken. Die dienst zal haar eventuele opmerkingen binnen de 15 dagen na ontvangst mededelen. In die periode worden de instellingen gevraagd om de vonnissen en arresten niet uit te voeren. Daarna mogen zij zonder andersluidend bericht integraal worden uitgevoerd.
2. Termijnen om beroep aan te tekenen.
De termijnen om beroep aan te tekenen zijn als dusdanig niet veranderd, d.w.z. 1 maand voor verzet of hoger beroep (artt. 1048 en 1051 Ger. W.), en 3 maand voor cassatieberoep (art. 1073 ger. W.). Wel is de datum waarop die termijnen aanvangen, gewijzigd.
Terwijl voorheen de termijnen begonnen te lopen vanaf de betekening van het vonnis of arrest, nemen zij vanaf 1 maart 1993 een aanvang vanaf de betekening of de kennisgeving ervan overeenkomstig het nieuw artikel 792 van het Gerechtelijk Wetboek, d.w.z. vanaf de kennisgeving binnen de acht dagen bij gerechtsbrief aan de partijen.
De (dure) betekening is dus niet langer vereist. Vermits vonnissen en arresten in het verleden veelal heel laat of soms helemaal niet betekend werden, komt de wijziging in de praktijk neer op een aanzienlijke verkorting van de termijnen om beroep aan te tekenen.
Alle diensten en instellingen worden daarom verzocht om de procedures waarbij zij betrokken zijn, zeer zorgvuldig te volgen.