Situatie
Voor een jongere van wie de wachttijd liep van 25 oktober 2009 tot 31 juli 2010 werd tot 31 juli 2010 kinderbijslag betaald.
Bij het opvragen van het formulier P20 blijkt dat de jongere een leercontract startte op 14 oktober 2009 in het kader van het bouwleerlingenwezen.
De jongere ontving hiervoor maandelijks een leervergoeding en een aanvullende premie.
De kinderbijslaginstelling stelt zich de vraag of de inkomsten van het leercontract moeten worden beschouwd als een begeleidingsuitkering.
Advies
De inkomsten van de overeenkomst mogen niet worden beschouwd als een begeleidingsuitkering.
De jongere had tijdens de toekenningsperiode geen recht meer op kinderbijslag, omdat zijn inkomsten het toegelaten grensbedrag overschreden.
Rechtvaardiging
De jongere die zijn studies beëindigd heeft en die minstens 7 maanden geldig ingeschreven is als werkzoekende bij de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling kan een begeleidingsuitkering ontvangen wanneer hij een intensieve opleiding volgt die uitzicht biedt op een baan.
De jongere mag niet meer onderworpen zijn aan de leerplicht en moet jonger zijn dan 25 jaar op het moment dat het samenwerkingsakkoord start.
Bij de start van de overeenkomst (14 oktober 2009) was de jongere echter nog niet ingeschreven als werkzoekende (inschrijving op 25 oktober 2009). Dat betekent dat er niet voldaan is aan de hierboven vermelde voorwaarden.
De inkomsten van de overeenkomst mogen dus niet worden beschouwd als een begeleidingsuitkering.
Bovendien wordt er geen begeleidingsuitkering toegekend als de opleiding bestaat uit een hervatting van:
- en opleiding in het kader van het leerlingenwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst;
- een leertijd voorzien door de wetgeving over de vorming en opleiding in een zelfstandig beroep;
- studies met volledig leerplan.
Art. 50 van de wet van 19 juli 1983
Wanneer een schoolverlater zich op het einde van zijn studies laat inschrijven als werkzoekende, heeft hij tijdens zijn laatste zomervakantie zowel de hoedanigheid van student als van werkzoekende.
Niet-leerplichtige jongeren die deeltijds onderwijs volgen, hebben recht op kinderbijslag als hun brutoloon en/of hun sociale uitkering maandelijks niet meer bedraagt dan het grensbedrag.
In dit geval overschreden de inkomsten uit de leervergoeding en de aanvullende premie het grensbedrag. Hierdoor had de jongere geen recht meer op kinderbijslag tijdens de toekenningsperiode.