Hoger onderwijs in de BAMA-structuur

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Voorwaarden

Een student hoger onderwijs in de BAMA-structuur kan recht hebben op kinderbijslag als hij voldoet aan deze studie- of opleidingsvoorwaarden:

  • Tijdige inschrijving als student (30 november)
  • Minimum 27 studiepunten
Studiepunten drukken de zwaarte uit van elk onderdeel van een studieprogramma (modules, lessen, stages, verhandelingen, thesis,...). Voor elk opleidingsonderdeel wordt geschat hoeveel uren de gemiddelde student nodig heeft om de leerdoelstellingen te behalen. Die werklast wordt vergeleken met de werklast van het volledige studieprogramma.

Controlemiddelen

Inschrijving als werkzoekende schoolverlater

  • D043 (A200): Het rechtgevende kind wordt onmiddellijk beschouwd als niet langer zijnde student. Het formulier P20a wordt verstuurd.

Onderwijsinstellingen in de Vlaamse Gemeenschap

Tijdige inschrijving als student

  • D062:
    • type van het attest: inschrijving (type 1)
    • inschrijvingsdatum

Minimum 27 studiepunten

  • D062:
    • de zone studiepunten moet 27 of meer bedragen
    • bijzondere situatie: voorlopige inschrijving
      • zone studiepunten geeft een waarde 001
        De student is ingeschreven, maar legde nog geen vakken vast. Het aantal studiepunten bedraagt 0. Stop de betalingen tot u een flux D062 ontvangt met minimaal 27 studiepunten (of gelijkwaardig attest).
      • zone studiepunten geeft een waarde 002
        De onderwijsinstelling verwacht dat de student vakken zal volgen voor minstens 27 studiepunten. De kinderbijslag mag provisioneel betaald worden tot en met 31 januari.
      • wijzigingsattest (attesttype 2)
        Zodra de Vlaamse Gemeenschap het aantal studiepunten kent, maakt zij dat kenbaar met een wijzigingsattest. De waarden 001 en 002 worden vervangen door het exacte aantal studiepunten.
De elektronische gegevensstroom D062 bevat niet voor alle onderwijsvormen in de Vlaamse Gemeenschap een signaal. Voor de onderwi jsvormen waarover de flux geen studiegegevens bevat, moet je de voorwaarden controleren aan de hand van het formulier P7B zoals hieronder beschreven wordt voor de Franse of Duitstalige Gemeenschap.

Onderwijsinstellingen in de Franse en Duitstalige Gemeenschap

Tijdige inschrijving als student

  • P7B: antwoord op vraag 41

Minimum 27 studiepunten

  • P7B: antwoord op vraag 41

Verlengde tweede zittijd

  • P7B: antwoord op vraag 42
Formulier P7 op 15 september naar de bijslagtrekkende sturen.

Indien de voorwaarden niet vervuld zijn

De datum bepalen waarop het recht op kinderbijslag eindigt.

Ga bij stopzetting van de studies steeds na welke situatie aansluit op de beëindiging van de opleiding (vb. inschrijving als werkzoekende) om onmiddellijk een eventueel nieuw recht op kinderbijslag te onderzoeken.

Aandachtspunten

  • De spreiding van de studiepunten per semester heeft geen belang voor de toekenning van de kinderbijslag.

Voorbeeld

Een student schrijft zich in binnen de normale inschrijvingsperiode (vóór 30 november). De verdeling van de studiepunten is als volgt:

  • september - december: 30 studiepunten;
  • januari - mei: 0 studiepunten.

Er is recht op kinderbijslag voor het volledige academiejaar, vermits het minimum van 27 studiepunten is bereikt.

  • Als een student in twee of meer onderwijsinstellingen van dezelfde Gemeenschap of van verschillende Gemeenschappen ingeschreven is of er lessen volgt, moet u alle ontvangen berichten (fluxen, formulieren, attesten,...) samenvoegen om vast te stellen of de norm van 27 studiepunten is bereikt.
  • Vlaamse Gemeenschap: berekening van het aantal studiepunten met de flux D062
    • Wanneer de D062 een attesttype 'uitschrijving' (type 3) + uitschrijvingsdatum vermeldt, is er geen recht meer op kinderbijslag.
    • Vermeldt het uitschrijvingsbericht ook een exact aantal studiepunten in de zone studiepunten, dan moet u die studiepunten bij een latere inschrijving in hetzelfde academiejaar bijtellen bij de studiepunten van de nieuwe inschrijving. Komt u aan minstens 27 studiepunten, dan kunt u de betaling hervatten vanaf de datum van de latere inschrijving als de student voldoet aan alle voorwaarden om recht te hebben op kinderbijslag (art. 48 AKBW).
  • Combineert de student hoger en secundair onderwijs, dan moet hij in totaal minstens 17 uren les volgen. Om het totale aantal lesuren te kennen, zet u de studiepunten om in lesuren.

Wanneer de gevolgde studies deels in studiepunten en deels in uren worden uitgedrukt, moet de omzetting gebeuren volgens de 17-urenregeling.

Hoger onderwijs (ook sociale promotie) Niet-hoger onderwijs (ook sociale promotie)
Minder dan 27 studiepunten Minder dan 17 uren
-> Omzetting naar 17-urenregeling

Bij een omzettingsprobleem van studiepunten naar uren moet in de eerste plaats aan de universiteit of de hogeschool gevraagd worden met hoeveel lesuren het betreffende aantal studiepunten overeenkomt of hoeveel procent van de studietijd voorzien is voor het volgen van lessen.

Wanneer de universiteit of de hogeschool niet in staat is de gevraagde informatie te geven, mag aangenomen worden dat één studiepunt overeenstemt met 30 minuten.

Voorbeeld

Een student schrijft zich in aan de universiteit voor 20 studiepunten. Daarnaast volgt hij nog een taalcursus Frans (niet-hoger onderwijs) van 7 uren per week. Bij omzetting van de studiepunten naar de uurregeling bekomt hij 10 uren universitair onderwijs en 7 uren secundair onderwijs. Hij heeft recht op kinderbijslag.
  • Bijzonder geval: hoger beroepsonderwijs
    • Vlaamse Gemeenschap
      De flux D062 duidt de studierichting aan (type onderwijs, code 311, secundair gewoon voltijds) en of de voorwaarde van 17 lesuren vervuld is. De flux maakt echter geen onderscheid tussen het hoger beroepsonderwijs en het niet-hoger onderwijs. Dat geeft problemen bij het toekennen van het recht op kinderbijslag in de zomervakantie. In het hoger onderwijs duurt de zomervakantie immers tot 30 september, in het niet-hoger onderwijs maar tot 31 augustus. Om dit onderscheid te kunnen maken, controleert u de vragen 2.1 (hoger onderwijs) en 2.2 (secundair onderwijs) van de P7A.
    • Franse en Duitstalige Gemeenschap
      Voor de onderwijsinstellingen in de Franse of Duitstalige Gemeenschap kunt u via de P7B controleren of het om hoger beroepsonderwijs gaat:
      • antwoord op vraag 43 of 41
Top