Situatie
Een kind gaat alleen wonen op 12 januari 2007.
De kinderbijslaginstelling laat na de informatie te verstrekken dat de moeder aangewezen kan worden als bijslagtrekkende.
Op 25 november 2006 informeert de controleur van de kinderbijslaginstelling het gezin dat een aanduiding van de moeder als bijslagtrekkende aangewezen is, zodat in rang kan betaald worden met een jonger kind.
Op 15 januari 2007 ontvangt de kinderbijslaginstelling een schrijven van het kind met akkoord om aan zijn moeder te betalen. Vanaf 1 februari 2007 wordt aan de moeder als bijslagtrekkende betaald voor het kind.
Advies
De kinderbijslag mag aan de moeder betaald worden vanaf 1 februari 2007.
Rechtvaardiging
De kinderbijslag wordt aan het rechtgevende kind uitbetaald als het ontvoogd is of de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt en niet bij de bijslagtrekkende woont.
Het kind kan in zijn eigen belang een andere persoon als bijslagtrekkende aanwijzen, op voorwaarde dat die persoon met het kind verbonden is door (aan)verwantschap in de eerste graad.
De wet voorziet in deze niet in terugwerkende kracht.
Het feit dat financieel verlies ontstond doordat de kinderbijslaginstelling de informatieplicht voorzien in het charter van de sociaal verzekerde in deze niet correct heeft nageleefd, doet hieraan geen afbreuk.
De moeder kan als bijslagtrekkende worden aanzien vanaf de maand, volgend op die waarin het kind hiertoe een (met de hand ondertekend) verzoek indient.
Volledigheidshalve dient vermeld te worden dat belanghebbenden de mogelijkheid hebben een procedure in te leiden bij de Arbeidsrechtbank om het financiële verlies te compenseren.