Het Kadaster van de kinderbijslag, dat dagelijks aangevuld wordt door de kinderbijslagfondsen, bevat naast het stamnummer de gegevens over de actoren in de dossiers: rechthebbenden, bijslagtrekkenden, rechtgevende kinderen en vierde actoren.
De vierde actor is een mogelijke actor in een kinderbijslagdossier die geen rechthebbende, bijslagtrekkende of rechtgevend kind is en soms ook 'derde' genoemd wordt. Er zijn twee soorten vierde actoren of derden:
- derden van type 1 (rol 105): waarvoor alleen de elektronische informatie van het RNP en van het register van de KSZ (Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid) nodig is voor het beheer van het dossier
- derden van type 2 (rol 106): waarvoor zowel de elektronische informatie van het RNP en van het register van de KSZ (Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid) als de socioprofessionele gegevens (arbeid, werkloosheid, ziekte- en invaliditeitsverzekering, enz.) nodig zijn voor het beheer van het dossier
Bepaalde gegevens zijn nodig voor alle actoren terwijl andere eigen zijn aan sommige actoren.
Wat is het stamnummer?
Het stamnummer omvat de identificatiegegevens van het dossier.
Het bestaat uit de volgende 3 zones:
- nummer van het kinderbijslagfonds
- nummer van het bureau (van dat kinderbijslagfonds)
- dossiernummer (bij dat bureau)
Het Kadaster mag maar één enkel dossiernummer per rechthebbende en per kinderbijslagfonds bevatten.
Als een kinderbijslagfonds het unieke stamnummer in het Kadaster verandert, wordt het voordien bekende stamnummer in het Kadaster automatisch vernietigd.
Van de stamnummers wordt geen historiek bijgehouden.
Alleen met het laatste in het Kadaster bekende stamnummer kunnen de gegevens geraadpleegd worden en kan de historische situatie gereconstrueerd worden.