Schorsing van het recht op kinderbijslag

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Tijdelijke schorsing

Het recht op kinderbijslag kan tijdelijk geschorst worden als het rechtgevende kind niet meer aan de voorwaarden voldoet.

Het gaat om gevallen waarin de toegelaten norm (grensbedrag voor inkomsten of aantal gepresteerde uren per kwartaal) ingeval van een winstgevende activiteit of sociale uitkering werd overschreden, en om gevallen van jongeren die afwezig zijn op school.

Het recht wordt geschorst:

  • per maand of per kwartaal, volgens de situatie van het kind,

Voorbeeld:

Ruben volgt hoger onderwijs en stopt met studeren op 16 februari.

Hij begint te werken en de 240-urennorm is overschreden in het eerste kwartaal.

Het recht op kinderbijslag eindigt op 31 december, namelijk op het einde van het vierde kwartaal van het jaar voordien.

  • of voor de daadwerkelijke schorsingsperiode in geval van afwezigheid op school.

Het recht op kinderbijslag wordt geschorst tijdens de volledige periode van ongewettigde afwezigheid.

Het bedrag van de toe te kennen kinderbijslag wordt met de volgende formule berekend:

(aantal dagen van de kalendermaand - aantal dagen schorsing) X (maandelijks bedrag van de kinderbijslag)

_______________________________________________________________________________________

aantal dagen van de kalendermaand

Het recht op kinderbijslag wordt geschorst vanaf de eerste dag ongewettigde afwezigheid tot en met de laatste dag ongewettigde afwezigheid (eventueel de dag voor het begin van de schoolvakantie of het weekend).

Voorbeeld

Lars is ongewettigd afwezig op school vanaf 15 november.

Hij gaat opnieuw naar school vanaf maandag 7 januari.

Het recht op kinderbijslag wordt geschorst van 15 november tot vrijdag 4 januari.

Voor november wordt 14/30 van de maandelijkse kinderbijslag betaald.

Voor januari is dat 27/31 van de maandelijkse kinderbijslag.

Als het recht eindigt tijdens een schorsing per maand of per kwartaal wordt voor de periode in kwestie geen kinderbijslag betaald.

Voorbeeld

Charlotte is studente in het academiejaar 2015-2016.

Ze werkt meer dan 240 uren in het 1e kwartaal 2016.

Haar recht op kinderbijslag wordt geschorst voor dat hele kwartaal.

Tegelijkertijd stopt ze met studeren op 25 maart 2016.

Haar recht op kinderbijslag eindigt op 31 maart 2016 maar er geen kinderbijslag meer betaald worden na 31 december 2015.

Bijzondere situatie: de overgang van de ene naar de andere categorie van rechtgevende kinderen

Als een rechtgevend kind overgaat van de ene naar de andere categorie van rechtgevende kinderen wordt de betaling niet geschorst als de gebeurtenis die het recht in de nieuwe categorie doet ontstaan, valt in de maand na die waarin het kind recht had op kinderbijslag in de vroegere categorie.

Bijvoorbeeld: een student die gestopt is met zijn studie en werkzoekende wordt.

Het gaat hier om gevallen waarin het recht (opnieuw) ontstaat als het al geëindigd was.

Daardoor wordt voorkomen dat het recht op kinderbijslag onderbroken wordt als na het einde van een recht (bijna) onmiddellijk een ander recht ontstaat.

Voorbeeld

Julie stopt met studeren op 15 maart en schrijft zich in als werkzoekende op 3 april. Het recht op kinderbijslag wordt niet geschorst of onderbroken.
Top