Wet gewaarborgde gezinsbijslag

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.
Art. 2, 3de lid Wet gewaarborgde gezinsbijslag

De natuurlijke persoon die gewaarborgde gezinsbijslag aanvraagt moet werkelijk en ononderbroken verbleven hebben in België gedurende ten minste de laatste vijf jaar die de indiening van de aanvraag voorafgaan

Art. 1, 6de lid Wet gewaarborgde gezinsbijslag

Vrijstelling van deze voorwaarde voor de aanvrager, in elk van volgende gevallen:

  • Als hij nog onderworpen is aan de Belgische leerplicht;
    Deze algemene afwijking blijft toegekend tot het einde van de leerplicht;
  • Als zijn verblijfstoestand is geregulariseerd op basis van de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk (machtiging tot verblijf in België voor onbeperkte duur);
  • De aanvrager heeft werkelijk en ononderbroken in België verbleven gedurende ten minste de laatste vier jaar.
MO 599 van 16 juli 2007
Deze verblijfsduur kan bewezen worden door onder andere een inschrijving van de aanvrager in de bevolkingsregisters en/of de vreemdelingenregisters gehouden in de gemeenten in België, attesten van een OCMW dat het gezin van de aanvrager financieel of materieel heeft gesteund...

Het kind waarvoor gewaarborgde gezinsbijslag wordt aangevraagd moet werkelijk in België verblijven

Indien het geen bloedverwant tot en met de derde graad is van de aanvrager, noch kind van de echtgenoot of gewezen echtgenoot van de aanvrager of van de persoon met wie deze een feitelijk gezin vormt, moet het kind bovendien werkelijk en ononderbroken in België verblijven gedurende ten minste de laatste vijf jaar die de indiening van de aanvraag om gewaarborgde gezinsbijslag voorafgaan

Art. 2, 1ste lid 1° en 1°, a) Wet gewaarborgde gezinsbijslag

Vrijstelling van deze voorwaarde voor het kind in elk van de volgende gevallen:

  • Voor kinderen die jonger dan 12 jaar zijn op het moment dat ze beginnen deel uit te maken van hetzelfde gezin als de aanvrager;
    Deze vrijstelling blijft van toepassing zolang het kind rechtgevend is op kinderbijslag en deel blijft uitmaken van het gezin van de aanvrager
  • Voor kinderen die 12 jaar of ouder zijn op het moment dat ze beginnen deel uit te maken van hetzelfde gezin van de aanvrager, op voorwaarde dat ze bloedverwant zijn in de vierde graad van deze aanvrager;
    Deze vrijstelling blijft van toepassing zolang het kind rechtgevend is op kinderbijslag en deel blijft uitmaken van hetzelfde gezin van de aanvrager.
Artikel 3, eerste lid, 5° van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van het Rijksregister van de natuurlijke personen vermeldt de hoofdverblijfplaats van een natuurlijke persoon als één der gegevens in het Rijksregister van de natuurlijke personen opgenomen

Voormelde vrijstellingen wat betreft de aanvrager en het kind kunnen worden toegepast:

  • op vraag van de bijslagtrekkende of van de aanvrager via deze algemene afwijkingen, telkens wanneer FAMIFED op een andere manier een dergelijk geval vaststelt

Andere algemene ministeriële afwijkingen op de voorwaarde van minstens vijf jaar werkelijk en ononderbroken verblijf in België voor de aanvrager en voor het kind:

Beslissing van de Minister van Sociale Zaken van 17 september 1986 betreffende het recht op gewaarborgde gezinsbijslag voor de aanvragers die geboren zijn in België.

Beslissing van de Minister van Sociale Zaken van 9 november 1990 betreffende het recht op gewaarborgde gezinsbijslag in hoofde van de aanvragers die gewaarborgde gezinsbijslag genieten vooraleer zij België tijdelijk verlaten en die minder dan drie maanden per jaar verblijven in het buitenland.

MO 599 van 16 juli 2007

Top