Het kind dient rechtgevend te zijn op kinderbijslag.
De plaatsing kan gebeuren op vraag van één van de opvoeders, van de Jeugdrechter, het OCMW of een andere instelling.
Het kind dient geplaatst en opgevoed te worden in een instelling. Het kan zich ook bevinden in een situatie die de plaatsing benadert, maar dan moet het nog minderjarig zijn tussen 16 en 18 jaar.
De onderhoudskosten ervan zijn geheel of gedeeltelijk ten laste van één van de volgende instanties, die de twee derden van de kinderbijslag zal ontvangen;
- een deelentiteit (Vlaamse, Duitse of Franse Gemeenschap inzake jeugdzorg)
- het Vlaams Agentschap voor personen met een handicap (VAPH)
- Agence pour une Vie de Qualité (AVIQ)
- Die Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit Behinderung
De bestemmeling van het één derde staat vast:
- op basis van een onderzoek dat gevoerd werd door het kinderbijslagfonds
- of het fonds is verplicht om de beslissing uit te voeren van de jeugdrechter, de plaatsende gemeenschapsoverheid of de Intersectorale Toegangspoort
- het één derde kan nooit aan de instelling worden betaald