In principe mogen de kinderbijslaginstellingen geen andere betaalopdrachten uitvoeren dan de maandelijkse betalingen rond de achtste van elke maand.
Er bestaan echter uitzonderingen op deze regel.
Met name zijn tussentijdse betalingen toegestaan:
- de betaling van het kraamgeld of een adoptiepremie
- de eerste betaling van de kinderbijslag bij nieuwe dossiers
- de herbetaling van teruggekomen betalingen
- verantwoorde regularisaties om technische (fouten van de dienst) of sociale redenen
- verschilbetalingen met buitenlandse kinderbijslag
Eenmaal per week vertrekt vanuit FAMIFED een betalingstrein naar de kinderbijslaginstellingen voor de tussentijdse betalingen.
Alle kinderbijslaginstellingen moeten hun betalingen uitvoeren op de dag dat FAMIFED de middelen ter beschikking stelt.
Kraamgeld
Het kraamgeld wordt betaald aan de moeder.
Zij kan een voorafbetaling van het kraamgeld krijgen en dat ten vroegste twee maanden voor
de vermoedelijke bevallingsdatum.
Adoptiepremie
De adoptiepremie wordt betaald op het ogenblik van de indiening van het verzoekschrift of, bij gebrek hieraan, op het moment van de ondertekening van de adoptieakte.
Voor adopties in het buitenland wordt de adoptiepremie pas betaald als de adoptie is afgerond en het kinderbijslagfonds over een kopie van de buitenlandse adoptieakte of het buitenlandse vonnis beschikt.