De omzendbrief 1022 van 13 mei 1976, heeft de richtlijnen verstrekt betreffende de betalingen van kinderbijslag aan gezinnen die in het Verenigd Koninkrijk verblijven.
Rekening houdend met het feit dat deze richtlijnen in sommige gevallen analoog werden toegepast op het stuk van de terugvordering van onverschuldigd betaalde kinderbijslag, heeft de RKW de luidens artikel 1, 1, van de Verordening 1408/71, E.G. bevoegde autoriteit geraadpleegd.
In zijn brief d.d. 2 april 1980 heeft de heer Minister van Sociale Voorzorg de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers op de hoogte gebracht van zijn zienswijze.
De heer Minister herinnert eraan dat, overeenkomstig artikel 84, § 3 van de Verordening 1408/71, E.G., het bevoegde orgaan de mogelijkheid heeft om rechtstreeks in verbinding te treden met een schuldenaar die op het grondgebied van een ander E.G. Lid-Staat verblijft.
Dientengevolge zullen de uitbetalingsinstellingen in geval van onverschuldigd betaalde kinderbijslag rechtstreeks de terugbetaling ervan vragen aan de schuldenaar die in het Verenigd Koninkrijk verblijft.
Ingeval de terugbetaling niet gebeurt, zal de bevoegde uitbetalingsinstelling, overeenkomstig artikel 84, § 2 van de Verordening 1408/71, E.G. dat bepaalt dat de autoriteiten en de organen van de Lid-Staten elkaar behulpzaam zijn, het voor het Verenigd Koninkrijk bevoegd orgaan (Department of Health and Social Security - Central Office, New Castle upon Tyne - ENGLAND NE 98 1 YX) om de bij artikel 110 van de Verordening 574/72, E.G., bedoelde administratieve bijstand verzoeken.
Een afschrift van de aan de schuldenaar geadresseerde brief zal bij dit verzoek worden gevoegd.