TabsTekst Voor de toepassing van de artikelen 56bis, 56quater, 56quinquies, §§ 2 en 3 en 56sexies, § 2, wordt de afwezigverklaring overeenkomstig de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, gelijkgesteld met het overlijden. Voor de toepassing van de artikelen 56bis en 56quater moet de afwezigverklaarde ouder of echtgenoot in de loop van de twaalf maanden die onmiddellijk voorafgaan aan de feitelijke afwezigheid vastgesteld in het getuigenverhoor bevolen bij toepassing van artikel 116 van het Burgerlijk Wetboek, de voorwaarden hebben vervuld om aanspraak te maken op minstens zes maandelijkse forfaitaire bijslagen krachtens deze wet. Historiek De wet van 04.04.2014 tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, art. 66 (B.S. 05.05.2014), van kracht vanaf 30.06.2014, heeft de woorden "deze wetten " vervangen door de woorden "deze wet" in het tweede lid. Referenties CO 1179 van 23 juni 1987 - KB nr. 534 van 31 maart 1987 tot wijziging van de kinderbijslagregeling voor werknemers, BS 16.4.1987 (uittreksels) CO 1315 van 10 april 1998 - Wet van 22 februari 1998 houdende sociale bepalingen en wet van 22 februari 1998 houdende sommige sociale bepalingen (uittreksels) MetadataDatum van inwerkingtreding: 30/06/2014Datum van afkondiging: 04/04/2014Datum van publicatie: 05/05/2014Sleutelwoorden: WEES \ AFWEZIGHEID VAN EEN OUDER