Een jongere die aan een eindverhandeling hoger onderwijs werkt, heeft recht op kinderbijslag als die verhandeling een voorwaarde is voor een erkend diploma.
Als die jongere bovendien een opleiding volgt waarvoor 27 studiepunten toegekend worden, kan hij ook op die basis recht hebben op kinderbijslag.
Er is recht op kinderbijslag in de periode die begint na de laatste zomervakantie en eindigt op de datum waarop de jongere de eindverhandeling indient. Die periode kan echter nooit langer zijn dan een jaar (overgangsregeling cfr. BAMA-structuur). Deze regeling kan wel meerdere malen worden toegepast voor eenzelfde student, telkens die een andere opleiding volgt waarbij een eindverhandeling vereist is voor het verkrijgen van een diploma (vb. master na master, master na bachelor).
De masterproef wordt uitgedrukt in studiepunten (min. 15 en max. 30). Indien de masterproef minder dan 27 studiepunten omvat, moet het recht op kinderbijslag van de jongere bepaald worden op basis van zijn hoedanigheid van jongere die aan een eindverhandeling werkt.
De licentiaatsthesis wordt niet uitgedrukt in studiepunten, waardoor in principe enkel de hoedanigheid van jongere die aan een eindverhandeling werkt in aanmerking genomen kan worden om het recht op kinderbijslag te bepalen.