Algemene regel
De kinderbijslag wordt betaald aan de moeder.
Als de moeder het kind niet opvoedt, wordt de kinderbijslag betaald aan de natuurlijke of rechtspersoon die deze rol vervult.
-
"voeden": het kind alles geven wat voor zijn materiële bestaan nodig is
-
"onderhouden": het kind kleden en huisvesten
-
"opvoeden": het kind alles geven wat het geestelijk en intellectueel nodig heeft
Bij volle adoptie van een kind door twee personen van hetzelfde geslacht of bij volle adoptie van het (adoptie)kind van iemands (huwelijks)partner door de andere partner van hetzelfde geslacht, wordt de kinderbijslag betaald aan de oudste verwant in de eerste graad (ouder of volle-adoptieouder).
Wat als beide ouders niet samenwonen maar wel samen het ouderlijk gezag uitoefenen?
Als de beide ouders van verschillend geslacht niet samenwonen maar wel het ouderlijk gezag samen uitoefenen zoals bepaald in het burgerlijk wetboek en het kind opgevoed wordt door een van de ouders, wordt de kinderbijslag betaald aan de moeder.
Dezelfde oplossing is van toepassing als het kind afwisselend door beide ouders opgevoed wordt (beurtouderschap) ook als het meerderjarig is.
De vader kan echter vragen dat de kinderbijslag aan hem betaald wordt als hijzelf en het kind volgens het RNP dezelfde hoofdverblijfplaats hebben.
Als beide niet samenwonende ouders van hetzelfde geslacht samen het ouderlijk gezag uitoefenen en het kind niet uitsluitend of hoofdzakelijk door een andere bijslagtrekkende opgevoed wordt, wordt de kinderbijslag betaald aan de oudste verwant in de eerste graad (de biologische ouder en de volle-adoptieouder zijn verwanten in de eerste graad).
De kinderbijslag wordt echter volledig betaald aan de andere verwant in de eerste graad vanaf de datum van diens aanvraag als het kind en die verwant op die datum dezelfde hoofdverblijfplaats hebben volgens het RNP.
Op vraag van beide ouders kan de kinderbijslag ook betaald worden op een rekening waartoe ze beiden toegang hebben.
Als beide ouders het niet eens zijn over de betaling van de kinderbijslag kunnen ze de familierechtbank vragen de bijslagtrekkende aan te wijzen, in het belang van het kind. De kinderbijslag wordt betaald aan de bijslagtrekkende die de rechter aangewezen heeft vanaf de eerste dag van de maand na die waarin de beslissing van de rechtbank meegedeeld is aan de bevoegde kinderbijslaginstelling.
Het zijn niet de kinderbijslaginstellingen die beoordelen wat het belang van het kind is.
De sociaal verzekerde zelf kan dat beoordelen. Maar ingeval van verzet tegen de betaling oordeelt de vrederechter of de familierechtbank over het belang van het kind.
Het is in het belang van het kind als een voordeliger groepering mogelijk is en/of hogere kinderbijslag toegekend kan worden (toeslag voor eenoudergezinnen of sociale toeslag voor langdurig werklozen, invaliden of gepensioneerden) door de aanwijzing van een andere bijslagtrekkende dan hemzelf.
Het belang van het kind moet niet noodzakelijk verband houden met de kinderbijslagregeling: er moet ook rekening gehouden worden met geldelijke belangen die niet voortvloeien uit de Algemene kinderbijslagwet (een wettelijk pensioen, bovenwettelijke kinderbijslag, enz.).
Zelfstandige vader: bijzondere maatregelen
De vader die op grond van Art. 31, §1, 1ste lid van KB van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, als bijslagtrekkende was aangeduid, verliest de hoedanigheid van bijslagtrekkende ten voordele van de moeder.
Om de continuïteit van de betaling te garanderen, wordt de gezinsbijslag verder aan de vader betaald. De moeder kan echter vragen dat de gezinsbijslag rechtstreeks aan haar wordt betaald. Het verzoek krijgt uitwerking vanaf de maand die volgt op de ontvangst ervan door de kinderbijslaginstelling.
De betalingen die het kinderbijslagfonds voorafgaand aan de uitwerking van dit verzoek aan de vader heeft gedaan, zijn bevrijdend.
Wanneer wordt de kinderbijslag betaald aan het rechtgevende kind?
In vier gevallen wordt de kinderbijslag aan het kind zelf betaald:
- de jongere is gehuwd
- de jongere is ontvoogd en heeft een andere hoofdverblijfplaats dan zijn/haar moeder of de persoon die haar vervangt
De ontvoogding is een rechterlijke beslissing (een minderjarige die 15 jaar geworden is, kan door de jeugdrechtbank meerderjarig verklaard worden) of een wettelijk gevolg van het huwelijk.
De ontvoogding stelt een minderjarige gelijk met een meerderjarige voor de meeste aspecten van het burgerlijk recht.
- de jongere is 16 jaar geworden en heeft een andere hoofdverblijfplaats (volgens het RNP of andere officiële documenten) dan zijn/haar moeder of de persoon die haar vervangt;
- de jongere is zelf bijslagtrekkende voor één of meer kinderen.
Buiten die gevallen kan aangenomen worden dat de moeder verder de jongere opvoedt als ze dat verklaart en er nog een affectieve band en/of een geldelijke afhankelijkheid is.
In zijn eigen belang kan het kind iemand anders als bijslagtrekkende aanwijzen op voorwaarde dat die persoon een (aan)verwant is in de eerste graad. Verwantschap door adoptie telt mee.
Het zijn niet de kinderbijslaginstellingen die beoordelen wat het belang van het kind is.
De sociaal verzekerde zelf kan dat beoordelen. Maar ingeval van verzet tegen de betaling oordeelt de vrederechter of de familierechtbank over het belang van het kind.
Het is in het belang van het kind als een voordeliger groepering mogelijk is en/of hogere kinderbijslag toegekend kan worden (toeslag voor eenoudergezinnen of sociale toeslag voor langdurig werklozen, invaliden of gepensioneerden) door de aanwijzing van een andere bijslagtrekkende dan hemzelf.
Het belang van het kind moet niet noodzakelijk verband houden met de kinderbijslagregeling: er moet ook rekening gehouden worden met geldelijke belangen die niet voortvloeien uit de Algemene kinderbijslagwet (een wettelijk pensioen, bovenwettelijke kinderbijslag, enz.).
Het rechtgevende kind kan zelf optreden in rechte als eiser of verweerder in geschillen over de rechten op kinderbijslag.
Wat als een rechtgevend kind in een instelling geplaatst is door bemiddeling van of ten laste van een overheidsinstantie?
Als het rechtgevende kind in een instelling geplaatst is door bemiddeling van of ten laste van een overheidsinstantie wordt de kinderbijslag als volgt verdeeld:
- 2/3 voor de instelling of de Gemeenschap waaronder de instelling ressorteert,
- 1/3 voor de persoon die het kind vóór de plaatsing opvoedde of voor de door de rechter aangewezen persoon, eventueel aan de geplaatste jongere zelf op een spaarrekening op zijn naam waarover het kan beschikken als het meerderjarig is.
Als de plaatsing een jeugdbeschermingsmaatregel is, beslist de jeugdrechter of de overheidsinstantie die tot de plaatsing beslist heeft aan wie het derde toegekend wordt.
Op vraag van het gezin en in het belang van het kind kan de jeugdrechter over het derde beslissen, bijvoorbeeld storting op een spaarrekening of betaling aan een voogd.
Wat als een rechtgevend kind in een opvanggezin geplaatst is door bemiddeling van of ten laste van een overheidsinstantie?
Als het rechtgevend kind in een opvanggezin geplaatst is door bemiddeling van of ten laste van een overheidsinstantie wordt de volledige kinderbijslag betaald aan de persoon die het kind opvoedt in het opvanggezin.
Wat als het rechtgevend kind vermist is?
Voor vermiste kinderen gelden bijzondere regels.
Wat als het rechtgevend kind ontvoerd is?
Voor ontvoerde kinderen gelden bijzondere regels.