De betaling van de kinderbijslag eindigt de laatste dag van de maand waarin het recht eindigt en uiterlijk op de eerste dag van de maand na die waarin het kind 25 jaar wordt.
Voorbeelden
Voorbeeld 1:
Sven stopt met studeren op 15 januari en begint te werken op 20 januari.
Zijn recht op kinderbijslag eindigt op 31 januari.
Voorbeeld 2:
Bruno wordt 25 jaar op 10 april.
Zijn recht op kinderbijslag eindigt op 30 april.
Uitzondering: de trimestrialisering
Als de trimestrialisering van toepassing is, wordt de kinderbijslag toegekend tot het einde van het kwartaal na de gebeurtenis die het recht doet eindigen.
Het recht op kinderbijslag wordt kwartaal per kwartaal toegekend op basis van een referentiemaand.
De referentiemaand is de maand op basis waarvan de kinderbijslag verschul digd is:
- Voor een nieuw recht is dat de maand waarin het recht ontstaan is (bij voorbeeld de maand waarin een eerste kind geboren is).
- Voor een voortgezet recht is dat de tweede maand van het kwartaal vóór dat waarin de kinderbijslag aangevraagd is (februari, mei, augustus, of november).
Die trimestrialisering moet garanderen dat de kinderbijslag voor een volledig kwartaal toegekend wordt zonder dat maandelijks de arbeidsprestaties (of gelijksgestelde situatie) van de rechthebbende bewezen moeten worden.
Een jaar telt vier kwartalen:
- van januari tot en met maart;
- van april tot en met juni;
- van juli tot en met september;
- van oktober tot en met december.
Voorbeeldsituaties:
1. het recht op de toeslag voor eenoudergezinnen eindigt;
2. het recht op een sociale toeslag eindigt;
3. de rechthebbende is niet langer rechthebbende.