Onterecht betaalde gezinsbijslag kan door de instelling worden teruggevorderd binnen een welbepaalde termijn, als de kinderbijslaginstelling geen fout gemaakt heeft.
Termijn van drie jaar
De verjaringstermijn van drie jaar geldt als:
- de kinderbijslaginstelling geen fout gemaakt heeft en de sociaal verzekerde te goeder trouw is en
- er geen fraude gepleegd is door de sociaal verzekerde.
Termijn van vijf jaar
De verjaringstermijn van vijf jaar geldt als de uitkeringen werden verkregen door bedrieglijke handelingen of door valse of opzettelijk onvolledige verklaringen van de sociaal verzekerde (fraude).
Niet-terugvorderbare onterecht betaalde gezinsbijslagen
Als de onverschuldigde betaling voortvloeit uit een juridische vergissing of materiële vergissing van de kinderbijslaginstelling en de bijslagtrekkende te goeder trouw was, zal de kinderbijslaginstelling het onterecht uitgekeerde bedrag niet meer kunnen terugvorderen.
Juridische vergissing:
In geval van een rechtsfout heeft de instelling de relevante rechtsregel niet toegepast.
Voorbeeld: een kind zet de lessen met beperkt leerplan voort na de periode van onvoorwaardelijk recht (+18 jaar) en oefent een winstgevende activiteit uit. De dossierbeheerder past per vergissing het criterium van de duur van de arbeidstijd van 240 uur per kwartaal toe, in plaats van het criterium van de maandelijkse inkomensgrens om te bepalen of de activiteit al dan niet toegelaten is. Hij betaalt op die basis ten onrechte kinderbijslag uit.
Materiële vergissing:
In geval van een materiële vergissing heeft de instelling per vergissing geen rekening heeft gehouden met de feitelijke toestand.
Voorbeeld: een kind zet de lessen met beperkt leerplan voort na de periode van onvoorwaardelijk recht (+18 jaar) en oefent een winstgevende activiteit uit. De dossierbeheerder heeft geen kennis genomen van de winstgevende activiteit die leidde tot een vergoeding die hoger is dan het gestelde maandelijkse grensbedrag.
Goede trouw:
De bijslagtrekkende wist niet of kon niet weten dat hij geen recht (meer) had op het geheel of een deel van het uitgekeerde bijslag.