-
Toeslag voor invaliden
Bij de kinderbijslag wordt een toeslag gegeven voor werknemers die langer dan zes maanden invalide zijn, maar in tegenstelling tot de kinderbijslag is daarvoor geen inkomensonderzoek nodig aangezien de rechthebbende een uitkering van de FOD Sociale Zekerheid ontvangt.
Als de rechthebbende/bijslagtrekkende een eenoudergezin vormt, kan hij ook een eenoudertoeslag krijgen vanaf het derde kind.
Toeslag voor weeskinderen
Recht op wezenbijslag kan verkregen worden als bij het overlijden van een van de ouders de rechthebbende met een handicap al recht had op kinderbijslag voor het kind op basis van zijn handicap.
Uitzonderingen:
- Het kind krijgt al wezenbijslag door het overlijden van de andere ouder.
- Er kan recht op wezenbijslag verkregen worden op basis van de activiteit als werknemer van de overleden ouder.
Als er recht op wezenbijslag verkregen kan worden, wordt verhoogde kinderbijslag voor weeskinderen betaald, behalve als de overlevende ouder hertrouwt of een feitelijk gezin vormt.
Dan wordt gewone kinderbijslag (art. 40 AKBW) betaald.
Gewone bijslag: recht van de overlevende echtgenoot
De overlevende echtgenoot van een rechthebbende met een handicap heeft recht op gewone kinderbijslag voor de kinderen die hij/zij opvoedt en voor wie de rechthebbende met een handicap, op het moment van zijn overlijden, recht op kinderbijslag kon verkrijgen op basis van zijn uitkering van de FOD Sociale Zekerheid.
Belangrijk: Als de overlevende echtgenoot hertrouwt of een feitelijk gezin vormt, eindigt dat recht (waarbij de regels van trimestrialisering worden nageleefd).