Als een kind in geen van de gevallen is waarin de wet voorziet, kan de minister van Sociale Zaken of de gemachtigde ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid toestemming geven voor een algemene of individuele afwijking.
Voorwaarde: het kind moet tot het gezin van de rechthebbende behoren of geplaatst zijn in een onderwijs-, opvoedings- of verzorgingsinstelling.
Algemene afwijkingen
Een algemene afwijking wordt toegekend voor categorieën van behartigenswaardige gevallen:
- Voor kinderen die jonger zijn dan 12 jaar op het ogenblik dat ze in het gezin van de rechthebbende komen.
Beperking: er is geen recht als een andere persoon recht heeft op kinderbijslag in gelijk welke andere Belgische of buitenlandse regeling of op basis van bepalingen van toepassing voor het personeel van instellingen naar internationaal publiek recht.
- Voor kinderen die 12 jaar of ouder zijn op het ogenblik dat ze in het gezin van de rechthebbende komen, op voorwaarde dat het verwanten tot de vierde graad van die rechthebbende zijn.
Beperking: er is geen recht als een andere persoon recht heeft op kinderbijslag in gelijk welke andere Belgische of buitenlandse regeling of op basis van bepalingen van toepassing voor het personeel van instellingen naar internationaal publiek recht.
- Voor kinderen die erkend zijn als politieke vluchtelingen en die tot het gezin van de rechthebbende behoren.
- Voor kinderen die in het gezin van de rechthebbende geplaatst zijn door bemiddeling van een erkende of gesubsidieerde gezinsplaatsingsdienst of door bemiddeling van een gesubsidieerde adoptie-instelling of -dienst.
- Voor kinderen voor wie de rechthebbende of zijn/haar (huwelijks)partner of ex-(huwelijks)partner benoemd is tot toeziend voogd, datieve voogd of testamentaire voogd.
Beperking: er is geen recht als een andere persoon recht heeft op kinderbijslag in gelijk welke andere Belgische of buitenlandse regeling of op basis van bepalingen van toepassing voor het personeel van instellingen naar internationaal publiek recht.
- Voor kinderen die tot het gezin van de rechthebbende behoren en voor wie ofwel een adoptieakte of een akte van wettiging door adoptie, ofwel een pleegvoogdijovereenkomst verleden is op initiatief van die rechthebbende, zijn/haar (huwelijks)partner, zijn/haar ex-(huwelijks)partner of de persoon met wie hij/zij een gezin vormt.
Voor het recht op kinderbijslag op basis van de door de minister toegestane algemene afwijking van de vereiste dat er een band moet zijn tussen de rechthebbende en het kind, vormt elk officieel document waaruit de wil blijkt om een kind te adopteren in het buitenland, een adoptieakte.
- Voor kinderen die in een instelling geplaatst zijn, uit hoofde van een rechthebbende die een gezin vormt met de ouder of stiefouder die de bijslagtrekkende is voor het derde van de kinderbijslag.
Beperking: de werknemer moet een gezin blijven vormen met de bijslagtrekkende.
- Voor kinderen die tegelijkertijd in een opvanggezin en in een instelling geplaatst zijn.
- Voor kinderen die in een gezin geplaatst zijn door bemiddeling van een erkende of gesubsidieerde gezinsplaatsingsdienst voor kinderen met een handicap.
- Voor kinderen voor wie de maatregel van een plaatsing in een onthaalgezin ophoudt na hun burgerlijke meerderjarigheid.
Beperking: het kind moet verplicht blijven deel uitmaken van het gezin van de rechthebbende.
- Voor kinderen die staatsburger zijn van ex-Joegoslavië en tot het gezin van de rechthebbende behoren.
Beperking: zolang het kind een geldige verblijfsvergunning heeft.
Individuele afwijkingen
De minister van Sociale Zaken of de gemachtigde ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid kunnen geval per geval toestemming geven voor een individuele afwijking.