TabsTekst De kinderbijslag is niet verschuldigd ten behoeve van de kinderen die worden opgevoed of lessen volgen buiten het Koninkrijk. De bevoegde minister of de ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid die hij aanduidt, kan evenwel in behartigenswaardige gevallen een vrijstelling verlenen van de in het vorige lid bepaalde voorwaarden. Als hij van die mogelijkheid gebruik maakt, bepaalt de minister of de aangewezen ambtenaar het bedrag van de kinderbijslag. De bevoegde minister heeft dezelfde bevoegdheid inzake categorieën van behartigenswaardige gevallen. Hij dient dan wel vooraf het advies van het Beheerscomité van FAMIFED in te winnen. Historiek De wet van 04.04.2014 tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, art. 48 (B.S. 05.05.2014), van kracht vanaf 30.06.2014, heeft de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid, worden de woorden "minister van Sociale Zaken of de ambtenaar van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu" vervangen door de woorden "bevoegde minister of de ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid"; 2° in het derde lid, worden de woorden "minister van Sociale Zaken" vervangen door de woorden "bevoegde minister" en worden de woorden "de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers" vervangen door het woord " FAMIFED". Referenties MO 125 van 12 oktober 1953 - Arbeiders van San Marino tewerkgesteld in de Belgische steenkoolnijverheid MO 156 van 15 april 1958 - Mijnarbeiders van Spaanse nationaliteit, tewerkgesteld in de Belgische steenkoonijverheid MO 190 van 6 maart 1963 - Kinderen opgevoed buiten het Rijk - Begrip en afwijking MO 195 van 4 juli 1963 - Werknemers van vreemde nationaliteit tewerkgesteld in de Belgische steenkoolnijverheid MO 201 van 8 april 1964 - Werknemers van vreemde nationaliteit tewerkgesteld in de Belgische steenkoolnijverheid MO 213 van 5 oktober 1964 - Werknemers van vreemde nationaliteit tewerkgesteld in de andere mijnen dan de steenkoolmijnen en in de groeven MO 216 van 10 februari 1965 - Turkse werknemers, tewerkgesteld in andere ondernemingen dan de mijnen, steenkoolmijnen en andere en de groeven MO 241 van 7 juni 1967 - Interpretatie van het KB nr. 7 van 18 april 1967 (uittreksel) MO 300 van 27 juni 1973 - Kind in het buitenland geboren - Ouders normaal in België verblijvend - Kind in het Rijk opgevoed MO 312 van 14 januari 1975 - Addendum van 20 februari 1997 - Erratum van 7 maart 1997 - Kinderbijslag voor werknemers door hun werkgever naar het buitenland gezonden - Vervanging van de omzendbrief nr. 191 van 22 maart 1963 MO 487 van 23 juli 1990 - Verordening (EEG) nr. 3427/89 van de Raad van 30 oktober 1989 tot wijziging van verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en nr. 574/72 MO 492 van 20 november 1990 - Weerslag van de programmawet van 22 december 1989 op internationale overeenkomsten en reglementen MO 498 van 11 april 1991 - Toepassing van artikel 76 van Verordening (EEG) 1408/71 MO 518 van 30 december 1992 - Toepassing van de Verordening (EEG) nr. 1408/71 - Samenloop van rechten in twee werklanden, verschillend van het woonland MO 534 van 4 maart 1994 - Toepassing van de artikelen 77, 78 en 79, lid 3 van Verordening (EG) nr. 1408/71 en van artikel 10, lid 1, sub b), ii) van Verordening (EG) nr. 574/72 MO 536 van 21 maart 1994 - Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte MO 572 van 3 augustus 2001 - Kinderbijslag voor ontvoerde kinderen - Algemene afwijking overeenkomstig artikel 52, derde lid van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (GW) en de toepassing van artikel 69 van de GW - Addendum van 7 maart 2002 MO 599 van 16 juli 2007 - Algemene afwijkingen in de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en in de wet van 20 juli 1971 MO 599 van 16 juli 2007 - Algemene afwijkingen in de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en in de wet van 20 juli 1971 CO 338 van 8 juli 1948 - Gezinsvergoedingen voor loontrekkende arbeiders - Artikel 52, alinea 1 van de wet van 4 augustus 1930 (1) - Kinderen in het buitenland opgevoed - Verplaatste personen tewerkgesteld in de kolenmijnen CO 730 van 6 maart 1964 - Toepassing van de ministeriële omzendbrief nr. 190 van 6 maart 1963 CO 735 van 16 april 1964 - Toepassing van MO nr. 190 CO 923 van 21 november 1972 - Politieke vluchtelingen - Arbeidsvergunning CO 1079 van 1 juli 1980 - Kinderen die buiten het Rijk worden opgevoed - Begrip en afwijking - Artikel 52, eerste lid van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders - Toepassing van de MO nr. 190 van 6 maart 1963 CO 1225 van 26 maart 1990 - Programmawet van 22 december 1989 en koninklijk besluit van 12 maart 1990 tot uitvoering van artikel 71, § 1bis, GW: toelichting en toepassingsmaatregelen (uittreksels) CO 1264 van 16 juli 1992 - Nadere regelen voor de toepassing van bilaterale overeenkomsten betreffende de sociale zekerheid (uittreksel) CO 1379 van 6 maart 2009 - Programmawet (1) en wet houdende diverse bepalingen (I) van 22 december 2008 MetadataDatum van inwerkingtreding: 30/06/2014Datum van afkondiging: 04/04/2014Datum van publicatie: 05/05/2014Sleutelwoorden: BEHARTIGENSWAARDIG GEVALKIND OPGEVOED IN HET BUITENLAND \ AFWIJKINGONDERWIJS \ LESSEN IN HET BUITENLANDRKW (RIJKSDIENST VOOR KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS) \ ORGANISATIE