Voorwaarden
- werkelijk en ononderbroken verbleven hebben in België gedurende minstens de laatste vijf jaar vóór de aanvraag;
- of ten hoogste in de derde graad verwant zijn met de persoon die gewaarborgde gezinsbijslag aanvraagt;
- of het kind zijn van de (ex-)echtgenoot van de persoon die gewaarborgde gezinsbijslag aanvraagt of van de persoon met wie die persoon een feitelijk gezin vormt;
- of
- burger zijn van een van de EU-lidstaten of van de landen die het (herziene) Europees Sociaal Handvest hebben ondertekend;
- staatloos of een erkend vluchteling zijn;
- of jonger dan 12 zijn bij de opname in het gezin van de persoon die gewaarborgde gezinsbijslag aanvraagt;
- of 12 jaar of ouder zijn bij de opname in het gezin van de aanvrager en met hem ten hoogste in de vierde graad verwant zijn.
Controlemiddelen
- Rijksregister van de Natuurlijke Personen (RNP);
Als aan de voorwaarden niet voldaan is
Als aan de hand van het RNP niet kan vastgesteld worden dat
- het rechtgevend kind aan de verblijfsvoorwaarde voldoet of,
- het daarvan vrijgesteld is,
terwijl in de aanvraag staat dat het kind al meer dan vijf jaar in België is of vrijgesteld is (vluchteling, staatloos, maakt deel uit van het gezin enz.), wordt aan de aanvrager bijkomende informatie gevraagd.
De aanvrager kan met alle rechtsmiddelen bewijzen dat het kind al vijf jaar in België woont, behalve met getuigenverklaringen of verklaringen op erewoord. Iedere situatie wordt individueel onderzocht op basis van alle gegevens samen.
Voorbeelden van documenten die in aanmerking kunnen komen
- beslissing tot regularisatie van het verblijf door de Dienst Vreemdelingenzaken op basis van het Art. 9bis van de Vreemdelingenwet)
- attest van tenlasteneming door een OCMW, een collectieve opvangvoorziening (een federaal opvangcentrum van Fedasil, het Rode Kruis, SESO) of in een individuele opvangvoorziening (particuliere woning LOI ingericht door de OCMW's en de ngo's)
- zorgattest voor langdurig verblijf in een ziekenhuis
Als de aanvrager verklaart dat het kind erkend vluchteling of erkende staatloze is en de informatie nog niet in het RNP staat, kan hij een kopie bezorgen van:
- de beslissing van het CGVS (vluchteling) of,
- het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg (staatloze).
Als de aanvrager verklaart dat het kind deel uitmaakt van zijn gezin terwijl dat (nog) niet blijkt uit zijn gezinssamenstelling in het RNP, kan de aanvrager officiële documenten bezorgen om die situatie te bewijzen.
Een officieel verblijfsdocument is een document van een overheidsinstantie waaruit blijkt dat iemand op een bepaald adres woont.
Officiële documenten zijn:
- een model 2 of 2bis (gewone vraag om adresverandering, op voorwaarde dat ze later door het gemeentebestuur aanvaard wordt);
- een attest van de politie waarin verklaard wordt dat vastgesteld is dat de betrokken personen samenwonen;
- een voorlopige verblijfsvergunning;
- een vonnis.
Geen officiële documenten zijn:
- getuigenverklaringen;
- verklaringen van de gemeente of de politie die alleen de verklaringen van de betrokken personen bevatten;
- een controle ter plaatse door een sociaal controleur van FAMIFED.
Die lijsten zijn niet limitatief. Bij twijfel over het officiële karakter van een document kan het departement Controle van FAMIFED geraadpleegd worden.
Dienstbrief 996/109 van 17 april 2014
Dienstbrief 996/109 addendum van 23 december 2015
Als de aanvrager geen ander bewijs levert of als uit het onderzoek van de nieuwe documenten blijkt dat het kind niet aan de verblijfsvoorwaarde voldoet of niet vrijgesteld is, wordt hem aangetekend een gemotiveerde weigering tot toekenning van gewaarborgde gezinsbijslag toegestuurd.
Binnen 90 dagen na de weigering kan de aanvrager een individuele afwijking bij de FOD Sociale Zekerheid aanvragen.
Administratief Centrum Kruidtuin
Finance Tower
Kruidtuinlaan 50, bus 100
1000 Brussel
Binnen drie maanden na de aangetekende verzending van de gemotiveerde beslissing tot weigering kan de aanvrager ook in beroep gaan bij de arbeidsrechtbank.
Aandachtspunten
Als voor het kind een individuele afwijking wordt toegestaan, wordt de gewaarborgde gezinsbijslag alleen betaald als aan de andere voorwaarden voldaan is (ten laste van de aanvrager, geen ander recht op basis van een Belgische, buitenlandse of internationale regeling en wettelijke voorwaarden voor het rechtgevend kind).